Solidariteit - commentaar 257 - 24 augustus 2014
Voor gruwelen eist Cambodja Tribunaal levenslang
Rob Lubbersen
Het is wat ondergesneeuwd. De uitspraak van het Cambodja Tribunaal op 7 augustus 2014. De gruwelen van het heden in Irak, Palestina, Syrië en de Oekraïne verdrijven de aandacht voor de gruwelen in het verleden. Toch is met de veroordeling van twee kopstukken van de Rode Khmer weer een mijlpaal bereikt in de strijd tegen misdaden tegen de menselijkheid.
Op donderdag 7 augustus 2014 werden Nuon Chea en Khieu Samphan veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Het Cambodja Tribunaal in Phnom Penh achtte hen schuldig aan misdaden tegen de menselijkheid. Ze worden medeverantwoordelijk gehouden voor de dood van 1,7 miljoen Cambodjanen, ongeveer een kwart van de totale bevolking, in de periode 1975-1979. Het waren de jaren dat de Rode Khmer heersten over wat zij zelf noemden Democratisch Kampuchea.
Nuon Chea, inmiddels 88, was toen onder andere premier en stond binnen de Khmer bekend als Broeder nummer 2. Khieu Samphan, 83 jaar, was president en dus staatshoofd van dat Democratisch Kampuchea.
Schuldig!
In dit deel van het proces - er komt nog een vervolg - werd de twee mannen vooral aangerekend dat zij betrokken waren bij de gewelddadige ontruiming van Phnom Penh in 1975. Binnen enkele dagen werd het inwonertal van deze stad teruggebracht van twee miljoen naar ongeveer twee duizend. En dat ging niet zachtzinnig. Tienduizenden lieten toen al het leven als gevolg van executies, uitputting en ziekte. Velen zouden volgen.
Het proces heeft tot nu toe zeven jaar geduurd en zal naar verwachting nog drie jaar in beslag nemen. Nuon en Khieu worden in dit vervolg vooral aangeklaagd wegens genocide, volkerenmoord dus, op de Vietnamese minderheid en de Cham, een islamitische bevolkingsgroep, in Cambodja.
In Solidariteit extra 198, 20 mei 2012, met als kop "Cambodja Tribunaal Hervat" is reeds uitgebreid ingegaan op de achtergronden van het Tribunaal, de historie van de Rode Khmer en de positie van socialisten ter zake. Bij de actuele berichtgeving vallen desalniettemin enige kanttekeningen te maken.
Kopstukken
Nuon Chea en Khieu Samphan worden vrijwel steeds afgeschilderd als de enige nog levende kopstukken van de Rode Khmer. Dat klopt niet helemaal. Drie andere vooraanstaande Khmer zijn inderdaad al gestorven. Pol Pot, Broeder nummer 1 en absoluut leider, overleed in 1998 in de jungle. Ta Mok, opvolger van Pol Pot en beter bekend als 'de Slager', ging dood in 2006. Ieng Sary, eens minister van Buitenlandse Zaken en Broeder nummer 3, stierf in maart 2013.
Maar twee andere topfiguren uit het Kampuchea tijdperk leven nog. Kaing Guek Eav, alias Duch, zit een gevangenisstraf uit van 35 jaar. Hij is in 2010 door het Tribunaal veroordeeld wegens martelpraktijken en 14.000 executies in het schoolgebouw Tuol Sleng (S-21), waar hoofdzakelijk 'verdachte' medeleden van de Rode Khmer werden 'weggezuiverd'. Tenslotte leeft ook Ieng Tirith nog. Al is het niet erg bewust. Ze is in 2012 van verdere rechtsvervolging vrijgesteld wegens gevorderde dementie. Zij was onder Pol Pot minister van Sociale Zaken.
Socialisme In Alle Opzichten
Vrij consequent wordt geschreven dat de Rode Khmer in Cambodja een 'boerenheilstaat' wilden vestigen. Dat klopt helemaal niet. Het einddoel was inderdaad een heilstaat, een socialistische, maar zeker ook een industriële. In 1976 werd een plan opgesteld, het "Vierjarenplan Voor De Opbouw Van Het Socialisme In Alle Opzichten". Dit plan beoogde van Cambodja in 1980 het meest socialistische land ter wereld te maken. Eerst moest weliswaar alles en dus iedereen op de rijstproductie worden gezet. Maar met de opbrengst daarvan zou vervolgens het land in razend tempo worden geïndustrialiseerd. Een industrieel arbeidersparadijs, dát was de bedoeling.
Het plan was volkomen onhaalbaar. Met de chaotische situatie in het land werd geen rekening gehouden. De praktische uitwerking was pover. Nergens werd echt aangegeven hoe één en ander gedaan moest worden. Dankzij 'het juiste politiek bewustzijn' kon alles bereikt worden. Niet dus. Het Vierjarenplan mislukte. In Alle Opzichten. Vietnamezen, intelligentsia, agenten van allerlei geheime diensten kregen de schuld. Zij zouden de uitvoering van het Vierjarenplan gesaboteerd hebben. Op grote schaal werden voornamelijk in eigen rijen 'verraders' gevonden. Na de uitroeiing van de aanhangers van het oude regime en de massale sterfte tijdens de ontruiming van de steden, waren nu de kameraden aan de beurt. Een heilstaat, in wat voor vorm dan ook, leverde het niet op.
Massamoordenaar Kissinger
Betrekkelijk weinig belangstelling is er in de verslagen voor de verdediging van de twee aangeklaagden. Veel nieuws leverde de defensie van de mannen ook niet op.
Nuon en Khieu ontkennen verantwoordelijk te zijn geweest. Ondanks hun hoge posities zouden ze niet veel te vertellen hebben gehad en niet hebben geweten van ernstige 'misdragingen'. Ze verwezen naar de Twaalf Geboden Voor Revolutionaire Soldaten die elke ochtend moesten worden opgedreund. Daarvan was het eerste gebod "Je dient de arbeidersklasse en de boeren lief te hebben, te eren en bij te staan." Als die letters niet zouden zijn nageleefd, dan speet hen dat.
Verder speelden ze vooral de 'Vietnamese kaart'. Daarmee borduren ze voort op in Cambodja levende nationalistische en anti Vietnam sentimenten. De Rode Khmer moesten volgens hen wel stevig optreden om de Cambodjaanse onafhankelijkheid tegen het verraderlijke buurland Vietnam te verdedigen.
Ook wezen Nuon en Khieu op de traumatische geschiedenis vóór zij aan de macht kwamen. Immers, in 1970 was in hun land de fascist Lon Nol door de Amerikanen aan het bewind gebracht. Diens schrikbewind werd gekenmerkt door roof en moord. Desalniettemin gaf de Amerikaanse president Nixon zijn luchtmacht opdracht om Lon Nol te steunen door diens tegenstanders onder een bomtapijt te vegen. Nixon deed dit op advies van zijn minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger. In enkele maanden werden op Cambodja meer bommen gegooid dan tijdens de hele Tweede Wereldoorlog. In vijf jaar tijd kwamen zo'n 800.000 Cambodjanen om het leven. Dat dreef weliswaar veel Cambodjanen in de armen van de Rode Khmer, maar het zorgde ook voor een beroerde startsituatie toen zij in 1975 de macht overnamen.
In het nieuws blijft de rol van de Amerikanen behoorlijk onderbelicht. Soms wordt het bomtapijt nog wel genoemd, maar nergens is verwezen naar de steun van de VS voor Pol Pot nadat hij in 1979 door oppositionele Khmer en een Vietnamese invasie ten val was gebracht. Hoewel de 'killing fields' al wijd en zijd bekend waren, bleven de Amerikanen Pol Pot tien jaar lang van wapens voorzien voor zijn guerrilla tegen de nieuwe door Vietnam gesteunde regering. Wederom op advies van Kissinger, die als filosofie koesterde dat de vijand (Pol Pot) van zijn vijanden (Vietnam en de Sovjet Unie) wel zijn vriend moest wezen. Ongeacht alles.
De wandaden van Lon Nol en de Amerikanen rechtvaardigen natuurlijk geen andere wandaden. En Lon Nol en Nixon zijn al dood. Maar feitelijk zou voor het Cambodja Tribunaal nu naast Nuon Chea en Khieu Samphan minstens hun Amerikaanse collega en massamoordenaar Henry Kissinger hebben moeten staan.
|