welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - commentaar 187-2 - 18 december 2011

Wankele basis Nieuwe Vakbeweging

Joop Zinsmeister

De FNV zal herrijzen uit haar restanten tot de Nieuwe Vakbeweging. Met een sprong voorwaarts wordt ze aantrekkelijk voor zzp'ers en flexwerkers. Deze grote groepen jongeren zijn onbereikbaar voor de huidige vakbonden die immers beheerst worden door oude mannen met een vaste baan en economische zekerheid. Met nieuwe manieren van belangenbehartiging springt De Nieuwe Vakbeweging voor deze groepen op de bres. In plaats van bindende cao's strijdt ze voor minimumtarieven, zodat ook met stukloon een aardige boterham te verdienen is. Dit enthousiasmeert jongeren lid te worden en wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
En nu de werkelijkheid.

Deze zomer verscheen een speciale uitgave van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken over zzp'ers. Mij viel op dat de grootste groep zzp'ers niet uit jongeren, maar uit 50-plussers bestaat. Enkelen daarvan kozen uit eigen beweging voor de zelfstandigheid, maar het gros niet. Na dikwijls jarenlange trouwe dienst zijn ze aan de kant gezet. Solliciteren naar een nieuwe baan levert niets op. Ben je ouder dan veertig, word je zo goed als niet uitgenodigd voor een gesprek. De uitkeringen gaan aan de lopende band omlaag, dus je bestaanszekerheid wordt wankel. De optie die overblijft, is als zzp'er proberen de eindjes aan elkaar te knopen of als flexwerker aan de slag te gaan in de groeiende stroom pulparbeid.
De Nieuwe Vakbeweging gokt op de Nieuwe Werknemer: jong, onafhankelijk en flexibel-bereid (outsider). De gelijkstelling van die groep aan zzp'ers klopt niet en wat ook niet klopt, is de bevoorrechte positie van ouderen (insider). De beoogde omvorming van de FNV heeft dan ook in dit opzicht een wankele basis.

Oudere werknemers

Staat het vizier op de oudere werknemers, dan blijkt niet meer dan de helft betaalde arbeid te verrichten. De laatste jaren is hun arbeidsparticipatie iets toegenomen, maar dat komt vooral door de inhaalslag van oudere vrouwen die volgens de verwachting rond 2015 is voltooid. Daarna groeit de deelname van de groep ouderen niet meer. En dan te weten dat er een beleidsoffensief gaande is om hun arbeidsparticipatie te vergroten. Zo wordt bijvoorbeeld, met instemming van de FNV, de pensioenleeftijd verhoogd, maar waar is dat werk dan?

De oudere werknemers zijn zich pijnlijk bewust van de negatieve vooroordelen die werkgevers en overheid (en indirect jongeren) hebben over hun arbeidsparticipatie. Ze kennen de herhaalde oproep tot flexibiliteit, bredere inzetbaarheid en vooral gezond genoeg zijn om als 'manager' van het eigen arbeidsvermogen kans te hebben op de arbeidsmarkt. In een realiteit, waarin oudere werknemers zich volgens stereotype beelden niet gewaardeerd en gewenst weten, worden zij geacht langer te moeten doorwerken.
Oudere werknemers laten weten dat ieder signaal van verminderde productiviteit wordt geïnterpreteerd als overbelasting, terwijl er juist vaak sprake is van onderbelasting. Ze lijden onder het gevoel uitgerangeerd te zijn, doordat ze vooral routineklussen toegeschoven krijgen die in een steeds kortere tijd klaar moeten zijn. Wat rest, is creativiteitsloze, gerationaliseerde arbeid die steeds meer menswaardige arbeid vervangt. Ouderen willen dan ook zo snel mogelijk afscheid nemen van deze arbeidspraktijk.

Zinvolle arbeid

Het ontketende beleidsoffensief poogt de negatieve economische gevolgen van een beperkte arbeidsdeelname te ondervangen. De arbeidsmarkt is zo krap dat menige beleidsmaker in een aantal sectoren loonexplosies vreest. Daar tegenover staat dat werkgevers noch werknemers de noodzaak zien de arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten. Toch krijgt de samenleving het beeld opgedrongen dat langer doorwerken de norm is en wordt het oudere werknemers financieel onmogelijk gemaakt vervroegd met pensioen te gaan. Tegelijkertijd gebeurt er nauwelijks iets om de arbeid voor hen aantrekkelijk(er) of zinvol(ler) te maken. Ondanks subsidieregelingen zitten werkgevers niet op hen te wachten.

De arbeidsparticipatie van (oudere) werknemers hangt niet af van de kansen die ze krijgen of de kwaliteiten die ze bieden, maar van de al dan niet dreigende tekorten aan arbeid die de bedrijfsvoering op de korte termijn in gevaar brengen. Als de maatschappelijk erkende noodzaak tot vergroting van de arbeidsparticipatie van ouderen gemeend is, valt dat alleen maar op te vangen met zinvolle, uitdagende arbeid. Als bezuinigingen of andere ingrepen zinvolle arbeid onmogelijk maken of in de weg staan, is langer doorwerken water naar de zee dragen.
Vergroting van de arbeidsdeelname van (oudere) werknemers vergt een politiek en maatschappelijk ongekend beleidsoffensief dat de arbeid zinvol en uitdagend maakt. Als de Nieuwe Vakbeweging er moet komen, zou dat de inzet moeten zijn. Dat wil zeggen:
* beëindig de goedkope pulparbeid, waarop niemand zit te wachten,
* strijd voor menswaardige arbeid,
* streef naar wetgeving die ontslag moeilijk, dan wel onmogelijk maakt, dan zullen werkgevers wel moeten investeren in zinvolle arbeid,
* streef naar wetgeving die uitbesteding verhindert.
Juist de verbreding van de strijd naar menswaardige arbeid zal de vakbeweging een nieuwe inhoud geven.

Klik hier