Solidariteit - commentaar 172 - 22 mei 2011
We zijn nog niet van Wilders af
Wim Boerboom
Dit is geen wetenschappelijk betoog, maar het biedt wellicht stof tot overdenken.
Het populisme is in zijn diverse vormen inmiddels alom aanwezig in de rijkere landen en dat duurt nog wel even. Dit in tegenstelling tot wat Rutte en zijn vrienden lijken te hopen door het, zoals indertijd de 'beweging van Pim', een plaats te geven in de macht. Mijn stelling is dat het populisme een internationaal maatschappelijk fenomeen is, voortgebracht door het eigentijdse globaliserende ICT-kapitalisme.
Daar gaat-ie dan. De mens heeft twee basale faculteiten meegekregen, in metaforen: de biceps en de tong. Heel vroeger was de mens bijna uitsluitend afhankelijk van de biceps om zich in zijn natuurlijke en maatschappelijke Umwelt staande te houden. Hij heeft in 'het zweet zijns aanschijns' moeten arbeiden. En er is in de geschiedenis met de bicepsen wat afgevochten en gemoord. Ze werden de grondslag van de sociale orde. Krijgsheren in de gedaante van keizer, koning, hertog, graaf tot baron, met daarnaast pausen, bisschoppen, abten enzovoort zorgden voor deze orde.
Tong, woord, brein
Gaandeweg is in de 'beschaafde wereld' (wat heet) - Europa en later de Verenigde Staten - 'de tong', dus het woord en daarmee het brein, in het spel gekomen. Na de uitvinding van de boekdrukkunst zijn mensen alles in woorden of andere symbolen, belangrijk voor de wetenschap, gaan vangen.
De Verlichting heeft de biceps getemperd met pacificerende ideeën als de Trias Politica (Montesquieu) en het Contrat Social (Rousseau), teneinde een vredelievender orde te verkrijgen. Dat alles leidde na veel heisa tot de nationale Rechtstaat. Heisa, namelijk bereikt via zeeoorlogen, onder andere tussen Nederland en Engeland om de macht op het water en landoorlogen om de macht op het Europese continent (een tachtigjarige en een dertigjarige), en laatstelijk twee wereldoorlogen met industriële middelen.
Buiten de hedendaagse 'beschaafde wereld' (zeg de Amerika's, inclusief Canada en Europa, Australië, Nieuw Zeeland) verkeren veel opkomende landen nog in een overgangsperiode van biceps naar tong. Dat geldt zowel de productie en distributie van economische goederen als de vestiging van een sociale orde. Daarbij gebruikmakend van de afdankertjes uit de laatste op industriële leest geschoeide wereldoorlog binnen de 'beschaafde wereld'.
Wapens
Inmiddels is de 'beschaafde wereld' binnen zijn territoir bijna volledig overgestapt op 'de tong' als basis voor de economische orde en de daarvan afgeleide sociale en culturele orde. Maar dat is een complex gebeuren. De productie is verbannen naar de opkomende economieën, maar aan de knoppen zit de 'beschaafde wereld' die zo de wereldeconomie reguleert en zich heeft ontwikkeld tot een zogenaamde kenniseconomie.
Dit is het voorlopige eindpunt in een evolutie van de menselijke hulpstukken. Vanaf de landbouw- en jachtinstrumenten van onze primitieve voorvader, via de gereedschappen van de ambachtsman en de machines van de industriële arbeider (hulpstukken voor de biceps) naar hulpstukken (ook wel hulpmiddelen te noemen) voor het brein, voor de tong.
Met de kenniseconomie samenhangende sociale orde is de Rechtstaat vervolmaakt, is het bestuur gedemocratiseerd. Dat wil zeggen, de wetgevende en uitvoerende macht, in de zin van gekozen vertegenwoordigers en daarmee overeenkomende bestuurders, met die verstande dat het door het zogeheten 'niet stinkende' geld wordt gecorrumpeerd.
Omdat de huidige wapens catastrofaal kunnen zijn voor de hele mensheid, hebben met name de Europese landen zich na de laatste wereldoorlog aaneengesloten tot een Europese Economische Gemeenschap die zich ontwikkeld heeft tot een sociaal-economische Europese Unie. En in die laatste ontwikkeling zijn we met de invoering van de Euro een 'point of no return' gepasseerd. Sterker, we zijn op weg naar een politieke unie. Als gezegd, dat is een complexe internationale Umwelt voor het individu geworden.
Uitgeslotenen
Die Umwelt lijkt wel nauwelijks meer te begrijpen zonder een opleiding aan universiteit of hogeschool. Maar alleen een opleiding is onvoldoende. Je moet alle ontwikkelingen in die wereld bijhouden: kranten lezen en het audiovisuele nieuws, plus de analyses daarvan, volgen. Je moet om je in die vergrote Umwelt te kunnen redden meer dan je eigen taal kunnen lezen, spreken en schrijven. En tenslotte moet je kunnen omgaan met de digitale instrumenten die elk jaar in nieuwe ontwerpen, met nieuwe jasjes en een nieuwe overvloed van informatie over elkaar heen buitelen. Zie daar de vruchten van een door winst- en accumulatiedrift voortgedreven internationale kenniseconomie in een internationale sociale orde.
Deze ontwikkeling is bezig een voorlopig definitieve scheiding aan te brengen tussen degenen die nog mee kunnen en degenen die uit de boot vallen. De laatsten kunnen zich, bij gebrek aan inzicht en overzicht, maatschappelijk moeilijk handhaven, worden sociale slachtoffers en komen, wellicht kokend van onmachtige woede, tegen de bestuurders in verzet. Ze beginnen zich inmiddels te organiseren rond leiders en partijen: in Nederland (Wilders), Frankrijk (Le Pen), Finland (de Ware Finnen), Hongarije (Jobbik, extreem rechts partij) in de Verenigde Staten (Tea Party). Partijen die beloven de oude vertrouwde overzichtelijke, nationale Umwelt in ere te zullen herstellen en deze belofte, eenmaal in de macht delend, net zo goed als andere partijen ook weer breken (Wilders), waardoor de uitgeslotenen niets opschieten.
Hierdoor zit de 'beschaafde wereld' opgescheept met een gigantische contradictie. Enerzijds, een door zijn complexiteit steeds minder te volgen en daarmee te controleren sociaal-economische orde en anderzijds het verzet van de groeiende massa uitgeslotenen. Dit is een, door zijn kapitalistische aard als het ware 'natuurnoodzakelijk', zich verdiepende strijdigheid, waar we nog niet zo gauw vanaf zijn, ook al, omdat hiervoor nog geen klare passende remedie in het verschiet ligt.
|