welkom
commentaren
Solidariteit

De sluipende erosie van de rechtsstaat

Piet van der Lende

Het beleid van het kabinet Rutte staat volop in de belangstelling. Hoewel van een gecoördineerd massaal protest nog geen sprake is, komen allerlei afzonderlijke belangengroepen toch - meer of minder - in actie tegen dit vreselijkste kabinet van de afgelopen decennia.

Wat vooral benadrukt wordt, zijn de veelsoortige bezuinigingen en hun maatschappelijke gevolgen. Wat echter enigszins onderbelicht blijft, is de sluipende erosie van de rechtsstaat en de ontwikkeling naar een autoritaire staat. De laatste is niet begonnen met dit kabinet, maar al ingezet onder zijn voorgangers, met steun van onder anderen bestuurders van de PvdA.
Het gaat bij de burgerlijke rechtsstaat om de principes, zoals die na de Franse revolutie in een lang ontwikkelingsproces tot stand zijn gekomen en die in de grondwet liggen verankerd. Enkele voorbeelden: het recht op huisvrede, het verbod op dwangarbeid, het recht op privacy en autonomie en de onschendbaarheid van lichaam en geest van het individu, het verbod op discriminatie, de toegang tot procedures van de rechtsstaat, geen opsluiting zonder het bewijs van een gepleegde misdaad. Meerdere maatregelen van vorige regeringen zijn in strijd zijn met bovengenoemde principes. Hier twee voorbeelden.

Huisbezoeken en dwangarbeid

Achmed Aboutaleb heeft als wethouder in Amsterdam de huisbezoeken voor bijstandsgerechtigden ingevoerd. Daarbij gold de plicht een onaangekondigd huisbezoek (twee controleurs van de sociale dienst) te aanvaarden op straffe van stopzetting van de uitkering. De toetsing van een rechter-commissaris ontbrak daarbij. Zo'n maatregel is in de ogen van vele juristen in strijd met het recht op privacy en het recht op huisvrede. Niet alleen bijstandsgerechtigden worden hierdoor getroffen, ook mensen met een andere uitkering en soms de bewoners van hele straten.
Een latere poging van staatssecretaris Aboutaleb om de aanvaarding van onverwachte huisbezoeken en huiszoekingen bij wet te regelen en zo verplicht te stellen, stuitte op een vernietigend oordeel van de Raad van State. Terwijl dit controversiële wetsvoorstel al drie jaar op behandeling ligt te wachten, begon in Amsterdam de invoering van deze huisbezoeken al in 2005. Deze ontwikkeling leidt tot spanningen tussen de uitvoerende en rechtsprekende macht die buiten spel wordt gezet. In feite is er een ontwikkeling aan de gang, waarbij de uitspraken van de rechterlijke macht minder betekenis hebben. De functie van de rechterlijke macht om in de burgerlijke rechtsstaat een dam op te werpen tegen de willekeur van de staat tegenover het individu wordt steeds meer uitgehold.

Eenzelfde ontwikkeling is te zien bij "Work First" (werken in ruil voor een uitkering) en verplichte of dwangarbeid. De uitvoerende macht - de gemeenten - voerden allerlei maatregelen in, waarbij werklozen verplicht werden door de staat bepaalde arbeid te aanvaarden. Dit op straffe van stopzetting van de uitkering en met voorbijzien van de belangen van de individuele werkloze. Het duurde minstens vijf jaar voordat de Centrale Raad van Beroep criteria formuleerde die de bij internationale verdragen verboden dwangarbeid konden voorkomen. Inmiddels werken gemeenten al jaren met het nieuwe beleid.

Versnelling

In de reeds ingezette ontwikkeling naar een autoritaire staat valt op dat met de economische crisis een versnelling lijkt ingetreden. De regering Rutte kondigde sowieso een serie maatregelen aan om de staat te reorganiseren. Zoals: de herindeling van provincies, de terugdringing van het aantal bestuurslagen, de beperking van het aantal bestuurders en vertegenwoordigers in wetgevende organen, de uitbreiding van het snelrecht en het expliciet geformuleerde voornemen het leger vaker in te zetten voor politietaken.
Deze doorzettende afbraak van de rechtsstaat wordt gemotiveerd met een beroep op de noodzaak van een no-nonsense beleid. Al die overvallen op bejaarden en de kleine criminaliteit op straat, de schooluitval van jongeren, diefstallen en erger dienen bestreden te worden met 'praktische oplossingen'. Daarbij zitten allerlei waarborgen voor de vrijheid en autonomie van de individuele burger alleen maar in de weg. Vervolgens gaan de principes van de rechtsstaat eraan met een beroep op de waarden en grondslagen van die rechtsstaat. Rutte en zijn helpers zeggen te streven naar een veilige leefomgeving, een rechtvaardige samenleving en oppassende burgers. Maar dit streven moet gerealiseerd worden door de rechtsstaat af te breken.
We kennen dit principe ook van de afbraak van de sociale zekerheid om de sociale zekerheid te redden. Want dan krijgen alleen mensen "die het echt nodig hebben" een uitkering en blijven de betalers van belasting en premies bereid voor die sociale zekerheid te dokken. Ondertussen betekent de beperktetoegang tot de sociale zekerheid, bijvoorbeeld voor mensen die ziek zijn, dat duizenden zonder uitkering komen te zitten of soms beneden het sociale minimum zakken.

Van de wieg tot het graf

Exponenten van de reorganisatie van de rechtsstaat zijn sociaal-democraten als de Amsterdamse wethouder Asscher. Hij is voorstander van overheidsingrijpen in gezinnen gedurende alle stadia van het socialisatieproces: van baby tot volwassene en daarna. Ook wethouders van de SP en GroenLinks komen met dit soort maatregelen. Wanneer bestuurders verzeild raken in de beheerslogica, werkt dat blijkbaar sterker dan de principes van de partij die ze vertegenwoordigen. Het kabinet Rutte sluit daar naadloos op aan door in het regeerakkoord geld vrij te maken voor de oprichting van "veiligheidshuizen" in de buurten, verspreid in een dicht netwerk over het hele land.
Deze huizen zijn onder het vorige kabinet al volop tot ontwikkeling gekomen. Het gaat om een nauwe samenwerking tussen opsporingsinstanties, gezondheidszorginstellingen en buurtwelzijnsorganisaties. In de betreffende beleidsnota's springt de term "preventief" eruit, zogenaamd repressief ingrijpen zou noodzakelijk zijn. Lees: straffen zonder vormen van proces en bewijsvoering van mensen die, soms en misschien, iets zouden kunnen hebben gedaan of die nog niets hebben gedaan maar die alvast gestraft worden om te voorkomen dat ze iets verkeerd doen.
Dat de veiligheidshuizen zich vooral richten op buurten waar veel allochtonen wonen, kan geen verbazing oproepen. Maar niet alleen Wilders steunt deze ontwikkelingen. Weliswaar houdt hij druk op de ketel door een nog verdergaande afbraak van de rechtsstaat te eisen, maar het zijn de andere politieke partijen - van sociaal-democraten tot liberalen - die dit beleid uitvoeren. Na het failliet van de neoliberale politiek zoeken de bestuurlijke machthebbers op verschillende niveaus naar een nieuw autoritair model om de wind eronder te houden ten dienste van de sociale en economische hervormingen die hen voor ogen staan.

Klik hier