Kapitalisme met Chinese karakteristieken
Jeroen Zonneveld
Beijing 11 november 2010. In China heeft nog nooit iemand van Wilders gehoord. Dat is een verademing. Wat Wilders vindt, denkt of zegt, interesseert de chinezen helemaal niets. Zij hebben andere dingen aan hun hoofd. Bijvoorbeeld hoe ze elke dag de touwtjes aan elkaar moeten knopen, hoe ze moeten overleven in het wilde kapitalisme met Chinese karakteristieken.
Volgens de Wereldbank leven ongeveer 230 miljoen Chinezen van minder dan 1 dollar per dag en ongeveer 670 miljoen van minder dan 2 dollar per dag. "Rijk worden is glorieus", zei Deng Xiaoping in 1992, maar helaas is dat het overgrote deel van de 1,3 miljard chinezen nog niet gelukt. Zij zien partijbonzen en daaraan gelieerde ondernemers rijk worden over hun ruggen en ten koste van cultuur, mensenrechten, volksgezondheid, milieu en natuurlijke hulpbronnen. Dit is wat de Chinese Communistische Partij de 'harmonieuze' samenleving noemt, waarheen het land op weg is. De aloude klassenstrijd is afgezworen.
Migranten
De termen harmonie en harmonieus zijn de meest gebruikte in de journaals en de kranten. Mooie termen om de rauwe werkelijkheid van de dagelijkse extreme uitbuiting mee te bedekken.
In de oude buurten (hutongs) van Beijing zie je overal spandoeken hangen met de oproep mee te doen aan de komende volkstelling ten behoeve van de opbouw van de harmonieuze samenleving. En die oproepen hangen er niet voor niets. Veel migranten van het platteland vinden nog steeds een onderkomen in de hutongs. In de praktijk worden ze gedoogd door de overheid, omdat ze een onmisbare rol vervullen in de economie als arbeider, bewaker, taxichauffeur, schoonmaker, kapper, kamermeisje, kok, ober of prostituee. Ze werken en wonen vaak illegaal in de grote stad, al dan niet met een identiteitsbewijs van een familielid of een gekocht exemplaar. Al eerder hebben ze ervaren wat de belofte van legalisatie werkelijk betekent als ze zich lieten registreren. Helemaal niets. Terwijl de overheid nu wel eens precies wil weten hoeveel mensen de hutongs bevolken en waar zij vandaan komen, zijn de migranten geenszins van plan aan die behoefte te voldoen. Ze houden zich gedeisd op straffe van allerlei repressieve maatregelen, zoals boetes of uitzetting naar hun geboorteplaats, waar ze geen enkel perspectief hebben op het opbouwen van een menswaardig bestaan.
Sloop
Inwoners van de hutongs weten maar al te goed dat zij zijn overgeleverd aan de willekeur van het stadsbestuur van Beijing. Overal in het land was bekend dat je in een bepaalde hutong moest zijn voor ondersteuning bij de indiening van een petitie bij de centrale partijorganen. Een petitie indienen mag, maar liever niet. Na indiening volgen vaak represailles. Deze hutong is nu zonder slag of stoot gesloopt. Opgeruimd staat netjes. Wanneer overal in een hutong het karakter Chai, dat slopen betekent, op muren verschijnt, dan is er geen houden meer aan. De bewoners zijn in de praktijk rechteloos en voordat ze überhaupt op het idee komen zich te verzetten, ligt de buurt tegen de vlakte en is er een mooie brede weg aangelegd, waarlangs nieuwe hoge torenflats in recordtijd verrijzen.
Die flats worden gebouwd door bouwvakkers die op zondag gewoon doorwerken. Bouwvakker is na mijnwerker één van de gevaarlijkste beroepen in China. Volgens officiële cijfers komen bij ongelukken zo'n tienduizend bouwvakkers per jaar om het leven. In werkelijkheid ligt het aantal veel hoger. Hun onderkomens op de bouwplaats zien er wel een stuk beter uit dan de veredelde tenten die ik twintig jaar geleden zag in de speciale economische zone van de stad Shenzhen, vlakbij Hong Kong.
Stakingen3>
Terwijl de partijleiding droomt van een harmonieuze samenleving, komen de beter opgeleide arbeiders steeds meer in beweging voor een menswaardig bestaan en een betere toekomst voor henzelf en hun familie. (Zij hebben meer onderwijs genoten dan hun ouders en hebben vaak na de middelbare school een vakopleiding afgemaakt of volgen die.) In de eerste helft van dit jaar spoelde een brede stakingsbeweging vanuit de buitenlandse elektronica- en autobedrijven in de zuidelijke provincie Guangdong, waar veel productiebedrijven geconcentreerd zijn, over het land. De stakingen waren 'wild' en stonden zeker niet onder leiding van de All China Federation of Trade Unions (Acftu), de enige door de regering erkende vakbond, waarin managers als vakbondsvertegenwoordigers optreden.
Informatie over de organisatoren van de stakingen is schaars, hoewel verschillende bronnen spreken over vakbondsactivisten die verbonden zouden zijn aan overal bestaande adviescentra voor arbeidsmigranten. Feit is dat de kinderen van de eerste arbeidsmigranten beter zijn opgeleid en hun mobiele telefoons en internet gebruiken om elkaar te informeren.
Lonen
De stakingen leidden vaak tot loonsverhogingen, van soms wel 35 procent, en tot beloften van het management om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Dit jaar zijn de minimumlonen die vanwege het regionale verschil in kosten van levensonderhoud per provincie worden vastgesteld, ook praktisch overal verhoogd. In Guangdong steeg het minimumloon gemiddeld met meer dan 20 procent naar 1.030 yuan (ongeveer 113 euro). Dat is hoger dan in Beijing, waar het nu op 960 yuan (105 euro) ligt. Heel vaak is het minimumloon nog een formaliteit, omdat vooral bedrijven met Chinese eigenaren het nog niet eens betalen. Maar toch neemt ook daar de druk toe om de lonen te verhogen.De nieuwste generatie fabrieksarbeiders is kritischer en begint de fabrieken met de slechtste lonen en arbeidsomstandigheden te mijden. Bovendien neemt de eindeloze stroom van honderden miljoenen arbeidsmigranten van het platteland af, omdat ze steeds vaker in de omgeving van hun geboortedorp werk kunnen vinden en omdat de centrale regering aanstuurt op stimulering van de binnenlandse consumptie. In de beste fabrieken, meestal met een buitenlandse eigenaar uit Japan, de Verenigde Staten of Europa, verdienen arbeiders soms wel meer dan 2.000 yuan (220 euro) per maand, het dubbele van het minimumloon.
De kosten van levensonderhoud zijn de afgelopen tijd flink gestegen, wat ook weer één van de redenen was voor de stakingsgolf in de eerste helft van dit jaar. Afgelopen oktober lag de inflatie in China gemiddeld rond 4 procent, de hoogste sinds jaren. Vooral de voedselprijzen zijn flink gestegen, zoals bleek uit een tv-reportage over Chinese kool die de prijsstijging verklaarde door de slechte kwaliteit van de kool, veroorzaakt door aanhoudende droogte.
Uitbuiting
Ondernemers in Hong Kong die hun exportproducten laten fabriceren in Guangdong, hebben geprotesteerd tegen verhoging van de lonen, omdat hun concurrentiepositie daarmee gevaar loopt. Waar hebben we dat eerder gehoord? Zij weten dondersgoed dat China er op wereldschaal nog altijd uitspringt qua uitbuiting. Ook het verhoogde minimumloon in China blijft steken op 15 procent van het gemiddelde minimumloon in de wereld. Daarmee staat China op plaats 159.
Ondernemers in Nederland zien minder reden voor bezorgdheid. De Chinese overheid is volgens analisten van ABN AMRO succesvol met het bedwingen van de prijsstijgingen. En de loonsverhogingen zijn een mooie stimulans voor de binnenlandse consumptie. Omdat het daarbij vooral ging om het beteugelen van de 'sociale onrust onder de bevolking', verwachten de analisten niet nog eens zo'n omvangrijke loonsverhoging. Tegelijkertijd blijven zij er gerust op dat ook op middellange termijn de Chinese industrie zal kunnen blijven putten uit 'goedkope arbeidskrachten'. Of de Chinese arbeiders er ook zo over denken, zal de komende tijd blijken.
|