Commentaar 114 - 1 maart 2009
Crisis en 'sociale ontsluiting'
Sjarrel Massop
De economische crisis gaat de volgende fase in. De gebakken lucht van het flitskapitaal blokkeert inmiddels ook de toegang van kapitaal naar consumptie en productie, sectoren die de haperende machine van het kapitalisme op gang kunnen brengen. Het vooruitgangssymbool van de vorige eeuw, het automobiel, is krakend tot stilstand gekomen.
De bezwering van de financiële crisis door de banken overeind te houden, biedt vooralsnog weinig soelaas. Het kabinet Balkenende wordt gedwongen de bakens te verzetten naar de reële economie. Plannen voor een duurzame, groene aanpak komen uit de kast, maar de stroperigheid van Den Haag wordt voorbijgestreefd door regionale initiatieven als in Zuid Limburg en de Achterhoek. Tegelijkertijd laat het kabinet wat zachte winden, zoals de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de afschaffing van de aftrek van de hypotheekrente. Maar zoals het spreekwoord luidt: "harde klinken, zachte stinken".
Vervreemding
De sociale partners blinken in hun reacties niet uit in originaliteit. Wientjes verdedigt als een Don Quichote het heilige huisje van de hypotheekrenteaftrek. Jongerius stemt daar onbegrijpelijk mee in en komt bij de verhoging van de pensioenleeftijd niet verder dan dreigen met sociale onrust zoals in Frankrijk en Duitsland. Alsof de FNV daar nu voldoende mobilisatiekracht voor heeft.
Als alternatief staat naast een groene revolutie een meer sociale aanpak. Vanuit het oude concept van vervreemding, de oorzaak van sociale uitsluiting, presenteer ik een aanpak met nieuwe perspectieven. Vervreemding is een historisch begrip dat zich derhalve ontwikkelt. Het kent drie aspecten: het economische, het sociale en een communicatief aspect. Is het toepasbaar om een actueel vraagstuk als een vergrijzende bevolking het hoofd te bieden? Ja, sociale ontsluiting kan bereikt worden door maatschappelijke vervreemding te bestrijden.
Economisch
Een sociaal en stabiel pensioenstelsel is een voorwaarde om de motivatie van oudere mensen hoog te houden, wanneer zij hun deelname aan het arbeidsproces willen voortzetten. Het bestaande onderscheid tussen AOW en pensioenen is echter bijzonder onpraktisch en asociaal. Een groot gedeelte van de Nederlandse bevolking wordt van pensioenvoorzieningen uitgesloten, omdat ze geen loonarbeid verricht. Daarnaast zijn pensioenfondsen per sector georganiseerd, hetgeen de switch naar ander werk erg bemoeilijkt. Ik veranderde zelf van baan vanuit de zorg naar het onderwijs en retour, viel eerst onder PGGM, daarna ABP en weer PGGM. Dat is drie keer waardeoverdracht, dus een belachelijke bureaucratie. Een systeem als bij de ziektekostenverzekering zou het pensioenstelsel goed doen. Met als perspectief: AOW en pensioenvoorziening onderbrengen bij één verzekeraar met een inkomensgarantie vanaf zestig jaar en de mogelijkheid langer door te werken. Daarnaast een veel beter toezicht op en beheer van de reserves, voorafgegaan door een openbare evaluatie van de bijdrage daaraan door de vakbeweging. Alleen al bij PGGM is zestien miljard euro 'verdampt'. Geld van de werknemers dat door mismanagement en speculatie is verdwenen. En waar gaat de discussie nu over? Verhoging van de premies en verlaging van de uitkeringen. Dus opnieuw geld van de werknemers.
Sociaal
Het uiteindelijke gevolg van de economische vervreemding is dat mensen geen zeggenschap hebben over wat ze produceren. Hoever gaan we om het systeem van ongebreidelde, rationele productie te laten voortwoekeren ten gunste van op winst beluste types? We maken al doodskisten met matrassen, fluweel en satijn omdat het zo goed verkoopt. Deze consumentenvervreemding en vercommercialisering van de samenleving hebben geleid tot producten en diensten die een belediging vormen voor de mensheid.
De arbeidsproductiviteit is zo groot geworden dat zoveel maatschappelijke meerwaarde kan worden gemaakt dat met handhaving van het welzijnsniveau aanzienlijk minder werken mogelijk is. Het probleem zit in een evenredige verdeling. Wanneer mensen gemotiveerd worden werk te doen dat voldoening schept, dan kunnen ze dat ook na hun 65ste. Dat betekent bijvoorbeeld dat veel meer gekeken wordt naar sociale mobiliteit zonder inkomensvermindering. Uitnodigende arbeid voor mensen die al veertig jaar werken, ondersteund door faciliteiten als gratis openbaar vervoer vanaf zestig jaar, stimulering tot scholing en ontwikkeling van mentorschap.
Communicatief
De technologische ontwikkelingen gaven ons fantastische communicatiemiddelen. De maatschappelijke omgang daarmee is echter schrijnend. Het inhoudelijke aanbod is puur gericht op commercie, niet op informatieverstrekking. Dat vergroot de kloof tussen mens en samenleving en maakt het steeds moeilijker de eigen behoeften en activiteiten af te meten aan het aanbod. De identificatie verloopt moeizaam, zeker voor ouderen. Waar moet de motivatie vandaan komen om aan dit commerciële productieproces deel te nemen?
Dit is geen pleidooi voor minder geavanceerde productie, maar voor een wereldwijde, betere afstemming tussen productie en consumptie. Dat kan door voor iedereen bereikbare producten te maken, geen dialoog tussen doven te bevorderen en vervreemding te bestrijden. Wie elkaar niet verstaan, maken het elkaar moeilijk aan de maatschappij deel te nemen en die te veranderen.
|