Buitenlandse inspiratie voor vernieuwing vakbeweging

Dirk Kloosterboer

De Amerikaanse vakbeweging heeft het niet gemakkelijk. Toch weten sommige bonden nieuwe groepen te mobiliseren en spectaculaire successen te boeken, zo blijkt uit een FNV-rapport. Kan de Nederlandse vakbeweging hier iets van leren?

Vorig jaar probeerde het supermarktbedrijf Wal-Mart het lokale bestuur te omzeilen in het Californische stadje Inglewood. Via een referendum vroeg het bedrijf om een ontheffing van zo'n beetje alle regelgeving op een lokatie waar men een winkel wilde bouwen.
De lokale vakbeweging kwam samen met kerken en zelforganisaties in verzet. Ze organiseerden bijvoorbeeld een demonstratie waar tienduizend mensen aan meededen. De vakbeweging had een budget van 110.000 dollar, Wal-Mart stak meer dan een miljoen in zijn campagne. Toch moest het supermarktbedrijf het onderspit delven.
Wal-Mart is met 1,4 miljoen werknemers de grootste particuliere werkgever ter wereld. Het bedrijf staat model voor de union-busting praktijken van veel Amerikaanse ondernemingen. Als werknemers zich proberen te organiseren, wordt vaak nog dezelfde dag een 'arbeidsverhoudingenteam' ingevlogen door het hoofdkantoor.
Soms gebruikt de supermarkt subtiele methoden om werknemers van hun plannen af te brengen, maar zonodig gaat men ook intimidatie niet uit de weg. Mochten werknemers er desondanks in slagen om zich te organiseren, dan wordt de vestiging simpelweg opgeheven. Onlangs gebeurde dit nog in Canada.
Hoewel de Amerikaanse vakbeweging geen sterke uitgangspositie heeft, zijn 'David en Goliath overwinningen' zoals in Inglewood geen uitzondering. Er zijn verschillende verklaringen voor deze successen:
· Meestal gaat de vakbeweging coalities aan met maatschappelijke organisaties. Samen sta je sterker. Bovendien laat je zien dat het niet alleen om een vakbondsbelang gaat, maar om een zaak die de hele samenleving aangaat.
· De campagnes winnen aan kracht doordat de achterban actief wordt gemobiliseerd.
· De vakbeweging komt goed beslagen ten ijs: door middel van gedegen onderzoek weet ze de agenda te bepalen.
· Sociale rechtvaardigheid is een populair thema, ook bij mensen van wie je dat niet direct zou verwachten. Bij de verkiezingen in 2004 bijvoorbeeld werd in twee Amerikaanse staten het minimumloon door middel van een referendum verhoogd, mede dankzij de steun van veel Bush-stemmers.

Nieuw elan
De Amerikaanse vakbeweging staat niet bekend als erg progressief, maar sinds de jaren tachtig is er in Californië sprake van nieuw elan. Sommige bonden wisten met assertieve campagnes succes te boeken in schijnbaar hopeloze situaties. Een beroemd voorbeeld is de Justice for Janitors campagne van het schoonmaakpersoneel in L.A.
In 1995 werd John Sweeney gekozen als voorzitter van de vakcentrale AFL-CIO, op basis van zijn belofte om de nieuwe werkwijze landelijk in te voeren. Hij wist een geoliede machine op te zetten om kiezers te mobiliseren. Het scheelde weinig of Al Gore had in 2000 dankzij de vakbeweging de verkiezingen gewonnen.
Ondertussen vond een opmerkelijke vitalisering plaats bij een aantal lokale vakbondsafdelingen. Zij wisten een belangrijke plek te veroveren in de plaatselijke politiek. Door de achterban te mobiliseren, maar ook door eigen onderzoeksinstituten op te richten die sociale thema's op de agenda zetten.
Ondanks deze successen daalt de organisatiegraad. In de AFL-CIO is een scherpe discussie ontstaan over de te volgen koers. Dienstenbond SEIU heeft deze discussie op scherp gesteld, door aan te kondigen dat hij zich zal afscheiden van de vakcentrale als Sweeney zich niet terugtrekt op het congres deze zomer.
Deze crisis doet niets af aan het feit dat de vernieuwingen spectaculaire successen hebben opgeleverd. Vakbondscampagnes hebben tot concrete verbeteringen geleid, vooral voor mensen aan de onderkant van de samenleving.
Bovendien zijn de bonden die het sterkst hebben ingezet op vernieuwing, beloond met overtuigende ledengroei. Onder deze nieuwe leden zijn veel vrouwen en minderheden. De meest innovatieve bond, SEIU, is tegelijk ook verreweg de meest succesvolle als het gaat om het organiseren van nieuwe werknemers.

Nederland
Net als haar collega's in andere landen, kampt de Nederlandse vakbeweging met een aantal uitdagingen. Ze wordt geconfronteerd met de flexibilisering van de arbeidsmarkt, de decentralisatie van het overheidsbeleid en de internationalisering van de economie. Ook lukt het haar nog onvoldoende om jongeren, etnische minderheden en flexwerkers aan zich te binden.
Vrij algemeen wordt onderkend dat de vakbeweging haar slagkracht moet vergroten om deze uitdagingen het hoofd te bieden. De ervaring van de collega's in Amerika en in sommige Europese landen kan hierbij van pas komen. Daarbij valt te denken aan:
· Integrale strategische campagnes om lastig te organiseren bedrijven en sectoren aan te pakken;
· De achterban actiever betrekken bij activiteiten;
· Nadrukkelijker stelling nemen tegen het tegen elkaar uitspelen van bevolkingsgroepen;
· Denktanks opzetten die voeding geven aan de maatschappelijke discussie;
· Campagnes rond het lokale economische beleid, dat in Nederland aan belang wint door de nieuwe bijstandswet.
Meer in het algemeen kan de buitenlandse ervaring de Nederlandse vakbeweging helpen om na te denken over haar eigen rol in de samenleving. Haar positie in de overlegeconomie is niet langer vanzelfsprekend. Enige inspiratie is welkom bij het streven naar een sterke vakbeweging, die zich inzet voor rechtvaardigheid en die open staat voor alle groepen in de samenleving.

Het rapport 'De vakbeweging van de toekomst: Lessen uit het buitenland' kan hier worden gedownload.