welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - Commentaar 353 - 15 april 2018

Bankier van wélk verzet?

Rob Lubbersen

De bioscopen stromen vol. Na de première op 8 maart kwamen er in drie weken tijd 200.000 mensen kijken. We hebben het over Bankier van het Verzet. Een film over de gebroeders Wally en Gijs van Hall. Zij ondersteunden financieel een groot deel van het verzet tegen de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Maar dat was niet het enige verzet dat plaatsvond ....

De film maakt deel uit van velerlei herdenkingen in 2018. Dit jaar is uitgeroepen tot Jaar van het Verzet. Het Algemeen Dagblad (AD) is zelfs met een aparte Verzetskrant van zestien pagina's verschenen. Daarin worden verbanden gelegd tussen het verzet toen en vormen van verzet nu. Zoals strijd tegen onderdrukking in andere landen, maar ook in eigen land tegen bijvoorbeeld racisme en milieu-misdaden. Veel positieve aandacht schenkt het AD aan de film Bankier van het Verzet.

Miljoenen

De film maakt zeker indruk. In twee uur wordt met sfeervolle, wat donkere beelden het verhaal gedaan van de bankiers Walraven en Gijsbert van Hall die onder de ogen van de Duitsers en de fascistische directeur van de Nederlandse Bank (Rost van Tonningen) verzetsgroepen van geld voorzagen. Met valse waardepapieren brachten zij 84 miljoen gulden bijeen. Dat is nu minstens 250 miljoen euro. Zonder dat geld was de landelijke treinstaking in 1944 onmogelijk geweest. De stakers moesten wél in leven worden gehouden. Zo'n 30.000 spoorwegarbeiders legden het werk neer tot aan het einde van de bezetting. De staking bracht de voedselvoorziening in problemen en droeg bij aan de hongerwinter, maar tevens werd de laatste Duitse oorlogsinspanningen schade toegebracht.

Bankiersmilieu

Opvallend is dat ondanks de spanning van de illegaliteit de film lang vrij vlak blijft. Waarschijnlijk komt dat mede door het bankiersmilieu waarin dit verhaal speelt. De gebroeders Van Hall blijven ondanks de bezetting goed gekleed, goed gevoed en wonen in luxe panden. Er zijn wat flitsen van een jodentransport en martelingen van voetsoldaten uit het verzet, maar de oorlog blijft op enige afstand. Pas als Wally van Hall wordt opgepakt, dan wordt de ellende, de pijn en de vuiligheid voelbaar.

Historisch betrouwbaar?

In Vrij Nederland heeft Harm Ede Botje de film volkomen afgekraakt, omdat deze wemelt van de historische fouten. En: Geen cliché wordt geschuwd om het grote publiek te plezieren, maar met de werkelijkheid heeft het weinig te maken. Harm noemt twintig missers, verdraaiingen en andere onzin. Waaronder schietpartijen en martelingen die nooit plaatsvonden. Allemaal onnodig effectbejag, aldus Harm Ede Botje.
Frank van Vree, directeur van het NIOD (Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies), is niet veel milder in zijn oordeel. Hij onderschrijft de kritiek van Harm Ede Botje en vraagt zich daarbij tevens af of niet alleen de feitelijke juistheid geweld is aangedaan, maar ook of er niet een vals beeld wordt opgeroepen. Hoewel in een artistieke bewerking van 'de werkelijkheid' soms 'de waarheid' dichterbij kán worden gebracht, is dit volgens Frank van Vree hier niet het geval, hij noemt de film ééndimensionaal. En: Bij de première had het Wilhelmus kunnen klinken. Het is de meest traditionele speelfilm over bezet Nederland sinds de jaren zestig. De film past zo prima in een nationalistische beschrijving van de vaderlandse geschiedenis. Met nota bene bankiers als helden.

Ander verzet

Waaraan kan worden toegevoegd dat Bankier van het Verzet ook zeker geen compleet beeld geeft van het verzet in Nederland. De film gaat over het verzet dat nationaal georiënteerd was en gericht op herstel van de vooroorlogse verhoudingen. Dat doet niets af aan de moed en het vernuft van de gebroeders Van Hall, maar er was ook ánder verzet. Denk aan de communisten die het sein gaven tot de Februaristaking in 1941. Maar er was nóg meer.

Geen Wilhelmus, maar De Internationale!

Op de dag dat dit Commentaar wordt gepubliceerd, 15 april 2018, vindt een herdenking plaats van tien verzetsstrijders die onmiddellijk na de Duitse inval op 10 mei 1940 ondergronds waren gegaan. Niet om de vooroorlogse verhoudingen te herstellen, maar om in de strijd tegen het Duitse fascisme bij te dragen aan een nieuwe socialistische samenleving. Toen de gebroeders Van Hall hun verzet begonnen te financieren, waren zíj al twee jaar actief.
Het gaat om Henk Sneevliet, Willem Dolleman, Rein Witteveen, Jan Koeslag, Johan Roebers, Ab Menist, Jan Edel, Jan Schriefer, Cor Gerritsen en Aaldert IJmkers. Zij werden op 13 april en op 16 oktober 1942 door de Duitse bezetter vermoord. Zij waren lid van het MLL-Front (Marx-Lenin-Luxemburg Front), de ondergrondse voortzetting van de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij (RSAP) waarvoor Henk Sneevliet van 1933 tot 1937 in de Tweede Kamer had gezeten. Vlak voor zij werden doodgeschoten klonk niet het Wilhelmus, maar zongen zij uit volle borst De Internationale.

Meer informatie over het MLL-Front is onder andere te vinden in:
* Wim Bot, Tegen fascisme, kapitalisme en oorlog. Amsterdam 1983. www.marxists.org-bot-fascism
* Wim Bot, Generaals zonder troepen. Amsterdam 1986.

Klik hier