welkom
boeken
inhoud
Boek "Om de vereniging van de arbeid"

Stekeltje

Het nekschot van de HTM

Henny Zwart

Regelmatig staat het Amsterdamse vervoerbedrijf in de belangstelling. Is het niet door het schonkige materieel dan wel door gebeurtenissen die het tramnet onpopulair maken; hij komt niet. Maar in Den Haag gebeurt ook wel het één en ander.
In zo'n buitengewoon geriefelijke tram van het Haagse net zat ik, toen een dame eventjes na het passeren van het Vredespaleis keihard riep "Een nekschot is nog te goed voor dat tuig!"
Ik vond het een buitengewoon gekke opmerking.

Maar de Haagse dame rekende kennelijk op bijval, want ze bleef dat scabreuze zinnetje maar herhalen. En van haar kant gezien terecht.
Want haar inspiratiebron bleek een blanke heer te zijn die buiten de trambaan en wel op blote voeten naast onze tram bleef rennen. Op dat moment reden we net langs de Haagse Bosjes.
Het lukte de man wonderwel ons bij te houden.
Maar, nadat we keurig op een tussenliggende halte aan waren gekomen en alle deuren automatisch open gingen, stapte de Haagse gek niet in; hij bleef zich concentreren in de starthouding. Zoals je dat ziet op de televisie bij atletieknummers op sintelbanen waar ook ter wereld.
"Hij moet helemaal niet mee", mompelden we. "Hij wacht kennelijk tot de tram weer gaat rijden", merkte een wellevende, dus beschaafde, Haagse passagier op.
Intussen verdrongen we ons gezamenlijk voor de ramen van de tram om te bekijken of de blootvoeteling niet vals zou starten, als de tram wegreed.
"Die sukkel moet wel eelt op de zolen van z'n schoenen hebben", merkte iemand nog op.
De wagenbestuurder draaide z'n zijraampje open en riep: "He, halve gare, komt er nog wat van! Stap in of verdwijn van mijn werkterrein."
We applaudisseerden en even waande ik me in Amsterdam.
Maar de man bleef in z'n bukkende houding volharden. En daarna maakte de bestuurder via zijn Haagse intercom bekend dat hij weigerde verder te rijden, totdat die snelloper van z'n halte zou verdwijnen. De man maakte geen aanstalten aan dat bevel te voldoen; hij wachtte op een startschot. En wij schreeuwden allemaal tegelijk en door elkaar en tegen de intercom: "Maar wat kunnen WIJ daar in godsnaam aan doen?" Het leek net een getraind kerkkoor.
En dat kreeg vooral een zeer uitheemse impact, toen alle merendeels Haagse passagiers op ietwat zangerige toon een voor mij tot DAT moment onbekende reclametekst repeterend reciteerden, namelijk "Met de HTM kunt U thuiskomen, ook in de koninginnenach."
Ik zong mee natuurlijk. Ook al vier ik Koninginnedag nooit en dus ook niet in de Haagse nach ervoor! Waar de HTM slogan indertijd voor bedacht werd.

Ons solidair begonnen spreekkoor had totaal geen effect. De wagenbestuurder maakte GEEN aanstalten om te vertrekken. Hij stelde ons daarvan op een min of meer ambtelijke wijze op de hoogte. Ook dit keer weer via z'n intercom.
"Wij rijden niet verder, doordat deze trem door overmach is getroffen", gevolgd door een vriendelijke raad: "Blijf U allen rustig op uwe plaats." Na een doordachte pauze voegde hij er nog aan toe "doe alsof ons land in gevaar zit".
Op dat vriendelijke, kalmerende bevel vond een Haagse dame het nodig heel ordinair op te merken dat het rijdend personeel vandaag de dag elke kans aangrijpt om niet te hoeven rijden.
Het was een ingewikkelde zin die bepaald niet goed viel bij de meerderheid van ons, het gezamenlijke passagiersbestand dat op weg was naar het Scheveningse Noorderstrand, waar honden het hele jaar door, dus alle seizoenen onaangelijnd rond mogen rennen!
En een besnorde heer merkte geprikkeld op "Ach, wijfjesdame, weet U veel. Die jongens maken genoeg mee."
"Ja, met al die gekken in of buiten de tram", viel een vrouw hem bij. "Mijn eigen zoon doet ook al zo gek en hij zit niet eens bij ADO."
Maar verder kwam ze niet, want onze aandacht werd weer getrokken door de barrevoeter buiten. De bestuurder maakte gebaren waarmee duidelijk werd dat de zielenpoot op de halte blijkbaar aanstalten maakte om te starten en hij gelastte ons allemaal te gaan zitten op onze eigen plaats. Hij zei erbij dat hij vanuit z'n functie verantwoordelijk was voor onze veiligheid en daarom genoodzaakt ...
"Maar we hebben niet de beschikking over eigen plaatsen", riep een ouwe kerel die bij de deur stond narrig.

En daarna gebeurde waar we allemaal voor vreesden. De tram helde over en viel met de rechterkant op de eerste beplanting van die onvolprezen Haagse Bosjes.
Vanuit een schuine hoek zal ik de barrevoeter nog hard en schreeuwend wegrennen in de richting van Madurodam. Vanuit het struikgewas hoorden we z'n echo nog galmen, iets van 'leve de konijnen' of 'leve de konegin'.