NS Reizigers.

 

Vervoer van treinreizigers van en naar
Amsterdam CS op 30 april 2001

 

Een interne evaluatie uitgebracht op basis van een onderzoek uitgevoerd

In de periode van 3 mei tot en met 9 mei 2001

 

                                         

Utrecht, 10 mei 2001

Na elke alinea wordt er als dit nodig is een aantal opmerkingen geplaatst.
Dit zal in een andere kleur gebeuren.                                                                                                                                                                          

 NS Reizigers. Inhoudsopgave

1 Inleiding                                                                                                                                         

2 Bevindingen                                                                                                                                     

 2.1 Wat gebeurde er op 30 april 2001                                                                                                 

       a. Aanvoer reizigers                                                                                                                     

       b. Vollopen station en misbruik noodrem (11.00- 13.00 uur)                                                            

       c Stillegging treinenloop en besluit tot noodplan (13.00- 16.00 uur)                                                   

       d. Functioneren  noodplan en op..tarter) treinverkeer ( 15.OO -19.00 uur)                                        

       e. Afsluiten station (19.00 -22.00 uur)                                                                                            

       f. Afvoer reizigers later op de avond                                                                                               

  2.2 Voorbereiding                                                                                                                               

       a Ervaring voorgaande jaren                                                                                                           

       b Voorbereiding 2001                                                                                                                     

  3 Analyse                                                                                                                                          

 3.1 Hoofdlijnen                                                                                                                                                                                      

   a De onverwachte concentratie in aanvoer en frequent misbruik van de noodrem.                                   

   b. De dienstregeling.                                                                                                                          

   c. Crisisbesef en opschaling                                                                                                                

   d. Organisatiewijziging NSR. Railverkeersleiding                                                                                 

   e. De kwetsbaarheid van het noodplan                                                                                              

  3.2 Analyse, overig                                                                                                                               

    a. Alternatief vervoer                                                                                                                       

    b  Het functioneren van het Plaatselijk Actiecentrum (PAC)                                                                  

    c  Communiceren met reizigers                                                                                                          

    d  Communiceren met personeel                                                                                                           

    e  Attitude reizigers                                                                                                                           

    f  Attitude uitvoerend personeel                                                                                                            

    g  Nazorg                                                                                                                                            

    h Capaciteit van de Spoorwegpolitie                                                                                                      

 

44. Conclusies

4.1 Algemeen conclusie

4.2 Aanvullende conclusies

bijlage

     Aanbevelingen

     Follow up

 

1 Inleiding

 Op 30 april 2001-Koninginnedag- hebben zich op en rond Amsterdam CS ernstige verstoringen voorgedaan  in treinenloop, reizigersvervoer en    openbare    orde. Reizigers hebben Amsterdam niet kunnen bereiken  of voor de aankomst in Amsterdam en bij vertrek uit Amsterdam lang tot zeer lang (uren) moeten wachten. De toegang tot het station aan de voorzijde is in de avond een aantal uren afgesloten geweest omdat het reizigersaanbod niet verwerkt kon worden. In de samengestroomde  menigte werden door dronken relschoppers massaal vernielingen aangericht; er werd door het publiek gegooid met hekken en losgetrokken betontegels en de inmiddels geformeerde ME-linies dreigden doorbroken te worden. De ME heeft hierop charges uitgevoerd om de menigte te verspreiden. Er zijn gewonden gevallen, er hebben zich emotioneel bedreigende situaties voorgedaan, eveneens is materiele schade ontstaan zowel buiten als binnen het station. Naar aanleiding van deze voorvallen heeft de directie van NS Reizigers opdracht gegeven de gang van zaken rond het reizigersvervoer op 30 april jl. te onderzoeken en met aanbevelingen te komen om herhalingen te voorkomen. Dit onderzoek is uitgevoerd door de  programmamanager sociale veiligheid van NS(mr. Giséle van Zeben mpa) bijgestaan door de directiesecretaris van NSR (Sander van Gullik)

     Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de week van 3 t/m 9 mei 2001. Het bestaat uit een documentenstudie en een aantal interviews.

 Er zijn ca 15 gesprekken binnen en 5 gesprekken buiten het concern gevoerd met in totaal ca 30 personen. De Netwerkonderdeelscommissie  heeft  zich  intensief betrokken getoond hij de evaluatie. Ook het management van regio Randstad Noord heeft aangedrongen op een evaluatie

 

Alle gesprekken zijn openhartig verlopen, de medewerking was goed. Omdat volledige vertrouwelijkheid is toegezegd zijn er geen gespreksverslagen gemaakt. Het rapport is opgesteld in de vorm van een samenvattend verslag.

Waarom zijn er geen verslagen?

Als de gesprekken openhartig zijn verlopen, en de  medewerking zo goed is geweest is het te begrijpen dat  personeel vertrouwelijkheid is gegarandeerd.

Maar van de op deze dag verantwoordelijke MANAGERS hadden best de naam en toenaam in dit eenzijdige rapport vermeld mogen worden.          

 

                                                                                                                                                                                                      

NS Reizigers

 

2 Bevindingen

2.1 Wat gebeurde er op 30 april 2001

a. Aanvoer reizigers

Koninginnedag 2001 leek in niets af te wijken van voorgaande jaren. De eerste uren waren rustig, uitzonderlijk rustig zelf. NS had ongeveer dezelfde  dienstregeling ingesteld als de laatste drie jaar en verwachte net als Spoorweg en Regiopolitie geen bijzonderheden. In het Plaatselijk Actiecentrum (PAC)van NSR, volgens het draaiboek de 'spin in het web”, gericht op beleidsbepaling en afstemming en de coördinatie en aansturing van de informatiekanalen hadden betrokkenen hun posities ingenomen.

Er waren geen bijzondere maatregelen getroffen naar aanleiding van het door de Mond- en Klauwzeercrisis geannuleerde bezoek van de Koningin aan o.a. Meppel en Hoogeveen en de daarmee samenhangende televisie utzending. De weersverwachting was matig. Het weer  was echter 's morgens vroeg al boven verwachting mooi. En de aanvoer piekte; snel al in de ochtend om ca 10.00 uur kwamen de eerste berichten dat het zeer druk was. De indruk bestaat bij NS medewerkers dat het reizigersaanbod in de eerste uren duidelijk hoger was dan wat de afgelopen jaren gebruikelijk was.

Wie waren dit?  En is dit geen inschattingsfout van het management?

b. Vollopen station en misbruik noodrem (11.00- 12.30 uur)

Aangenomen kan worden dat het op de perrons en in de stationshal rond 10.00 uur in hoog tempo volgelopen is en dat de reizigers niet voldoende snel konden worden afgevoerd uit de gevarieerde treinen. Tussen 10.30 en 1130 uur zijn de Midden- en Oosttunnel van het CS 'vol". Vertragingen voor aankomende reizigers -vaak veroorzaakt door misbruik van de noodrem zijn mogelijk in die periode al opgelopen naar ca een uur. Op en rond CS worden vanaf ca 10,00 uur misbruik, van de noodrem gemeld met rond 11.00 uur de eerste ernstige verstoring. In een wisselstraat komt een trein uit Enkhuizen tot stilstand door misbruik van de noodrem. Het gaat om een volle trein waarin meerdere plaatsen aan de noodrem is getrokken. Omdat het  deblokkeren van een noodremtrekking  handmatig moet gebeuren door een conducteur  op de plaats waar de trekking zich heeft voorgedaan, gaat dit met meerdere blokkades in een overvolle trein lang duren. Door de locatie in de wisselstraat zijn 8 sporen gedurende bijna een uur geblokkeerd. Dit heeft ernstige vertraging opgeleverd in de aanvoer van andere reizigers.

Een half uur later komt een, trein uit de richting Sloterdijk tot stilstand door misbruik van de noodrem. De trein heeft inmiddels meer dan een uur vertraging opgelopen door herhaald misbruik maken van de noodrem in die trein. Ook in de Hemtunnel is aan de noodrem getrokken, dat is extra spannend. Bovendien werd het licht uitgedaan door baldadige passagiers, die vervolgens  hun eigen berichten gingen omroepen. Uiteindelijk is deze trein tussen  Sloterdijk en CS ter hoogte van de Singelgracht leeggestroomd over het spoor. Daartoe zijn door reizigers in de trein glaasjes geforceerd zodat de deuren geopend konden worden. Vele honderden -zo niet meer dan duizend reizigers vervolgden hun weg te voet - jong en oud, moeders met kinderenwagens over het spoor. Railverkeersleiding heeft hierop om ca. 11,30 uur besloten het treinverkeer over 6 sporen tijdelijk stil te leggen omdat anders te veel risico’s voor de over het spoor lopende reizigers zouden ontstaan. Om 11.30 uur is de wachtdienst van de Railverkeersleiding gearriveerd in verband met de vele verstoringen. Om 12.00 uur is de treinloop hervat. De aanvoer bood toen al een chaotisch beeld, treinen stonden in rijen te wachten op binnenkomst of stonden gereed voor vertrek, overvol te wachten op omringende stations. Ook aan de oostzijde van het CS werden vervolgens grote aantallen reizigers over het spoor gesignaleerd. Om 12.20 uur is via Teletekst een negatief reisadvies afgegeven. In feite is al in deze fase van de dag de hele landelijke treinenloop van en naar Amsterdam ernstig verstoord geraakt.

 

c. Stillegging treinenloop en besluit tot noodplan (12.30- 16.00 uur)

Om ca  12.30 uur is na overleg met het Plaatselijk Actiecentrum door de Railverkeersleiding besloten om het treinverkeer tijdelijk volledig stil te leggen ('isoleren ' van CS) Dat betekende o.a. dat er van omliggende stations geen  nieuwe treinen richting Amsterdam mochten vertrekken.  Wel moesten treinen die op dat moment aan weerskanten van het station nog stonden te wachten gelegenheid krijgen  het station binnen te rijden om de reizigers te laten uitstappen. In de praktijk kan met een dergelijke stillegging en het weer opnieuw opstarten van het treinverkeer al snel twee uur gemoeid zijn. De beslissing is door de  adjunct-directeur Productie Railverkeersleiding genomen in overleg met de directievoorzitter NS Reizigers. Deze beslissing is door het PAC gemeld aan de produktiedirecteur Randstad Noord. De beslissing is ook door de Spoorwegpolitie medegedeeld aan de Uniformdienst Commandokamer van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland (de UCK.) Een kaderlid van de Spoorwegpolitie is de hele dag nabij  het Plaatselijk Actiecentrum geweest en heeft overdag exclusief de contacten met de UCK onderhouden.

Wie waren deze personen? En hoezo nabij?? Men leest hier dat de persoon er NIET geweest is!

In overleg met de Railverkeersleiding werd vervolgens tussen 14.00 uur en 1500 uur een noodplan gevormd analoog aan de recent gebruikte noodplan tijdens de staking van NS personeel. Het plan houdt in dat treinen met vaste koppels personeel worden bemenst en alleen als stoptrein één vast traject rijden van Amsterdam CS naar een knooppuntstation buiten Amsterdam(Haarlem,Alkmaar,Lelystad,Amersfoort,Schiphol) De planning was dat de treinen twee maal per uur dus ca 12 treinen per uur. Als het opstarten goed zou verlopen zou de frequentie in de loop van de middag verder opgevoerd kunnen worden. Volgens de oorspronkelijke geplande verstrekte zaterdagsdienstregeling zouden er 42 treinen per uur moeten rijden. Dit noodplan is eerder met succes gebruikt om na volledige stillegging de treinenloop weer te hervatten. Het was de bedoeling om rond 16.00 uur de treinenloop weer op te starten.

Er was niets versterkt. Het was een normale zaterdagse dienstregeling. Er wordt ook daarom later geschreven, en terecht over het materieel tekort. Zie ook hier.

Opgemerkt moet  worden dat  er ondertussen een aantal complicaties waren bijgekomen. Zoals  gebruikelijk vond tussen (globaal) 14.00 -16.00 uur de wisseling van de vroege -en late diensten plaats. Een deel van het NS-personeel is gewend om woon- werkverkeer met de trein af te leggen en diezelfde treinen waren inmiddels ernstig vertraagd. Personeel van NSR melde zich in Amsterdam via het GSM-net "op en-af" trein bij de eenheid Bijsturing Personeel en Materieel (BMP) voor wijzigingen in de dienst; daar zitten de mensen die personeel instructies moeten geven als de dienstregeling wordt aangepast. Het * Libertel GSM-netwerk was echter vanaf ca14.00 uur overbelast en derhalve beperkt tot niet te  gebruiken. De taak van de eenheid BMP die niet is gehuisvest is op de locatie waar het personeel daadwerkelijk binnenkomt en beschikbaar is (van belang als het GSM-netwerk is uitgevallen) is om ca 15.00 uur tijdelijk door het PAC overgenomen. Door medewerkers uit het PAC zijn vervolgens koppels gevormd die aan treinen werden toegewezen. De medewerking van het rijdend personeel was goed.

TELFORT.    Trouwens uit bovenstaande alinea blijkt dat men ook de normale dienst niet in de hand heeft. Het `s-middags opnieuw moeten melden geeft dit ook nog eens extra aan.

Het in (aanvang dienst) en uitdienst (einde dienst) melden gebeurt via de Wieglandkaart in PIUS
Het gedurende de werkdag “op – en – af trein” melden via de GSM bij BMP (Bijsturing Materieel en Personeel.)                                                                                                                                         

Het zicht op het materieel was tegen die tijd ook gebrekkig; perronopzichters moeten via een computersysteem (PRI) aan de eenheid BMP doorgeven waar het materieel zich bevindt zodra dit afwijkt van de planning. Er waren inmiddels op andere stations ook zoveel problemen gerezen dat het daar aanwezige personeel er niet meer aan toe kwam om de wijzigingen op de gewenste wijze door te geven.

Hoe ging dat dan vroeger? Alles liep toen toch goed.

d. Functioneren noodplan en opstarten treinverkeer (16.0O -19.00 uur)

Het noodplan functioneerde  slechts beperkt. Er waren problemen met beschikbaarheid van materieel en personeel maar dat waren niet de enige. Er waren meer complicaties. Treinen richting Amersfoort die volgens afspraken naar een bepaald spoor geleid moesten worden konden daar niet langs komen omdat er een afgekoppeld treinstel stond, achtergelaten omdat er door reizigers in dat rijtuig notoir werd getrokken. Afvoer van materieel was vervolgens niet snel genoeg te regelen, hetgeen wel noodzakelijk was. Dat betekende dat langs wachtende reizigers op een overvol perron ineens van perron moesten wisselen. Dit had weer tot gevolg dat mensen massaal over de sporen gingen lopen. Het vertrek van treinen werd vaak vertraagd door misbruik van de noodrem. Ook kwam het voor dat treinen bestormd werden door reizigers waarbij deuren ontzet raakten en ramen werden ingeslagen waardoor de treinen niet konden vertrekken. Of de mensen bleven op de treeplanken van de trein staan waardoor sluiting van de  deuren niet mogelijk was.

Als men niet had besloten om  dat het materieel  naar de Watergraafsmeer af te voeren, en het  genoteerd had was het overzicht behouden gebleven.  En het personeel was tenslotte op CS.

De afvoer naar bijvoorbeeld Haarlem, Schiphol en Alkmaar lijkt uiteindelijk  redelijk verlopen te zijn, hoewel ook daar het treinverkeer tussentijds een uur stillag. De afvoer naar Utrecht was zeer matig en de afvoer naar Amersfoort heeft urenlang volledig stilgelegen. Het aanbod van reizigers die Amsterdam wilden verlaten kon niet verwerkt worden. Wat uiteindelijk aan aantallen reizigers in dit tijdsvak is afgevoerd is niet te achterhalen. Het aanbod van reizigers nam toe aan het einde van de middag. De spanning onder de reizigers ook.

 gevolg zie hier .

e. Afsluiten station (19.00 -22.00 uur)

Tussen 16.00 en 1800 uur werd het steeds drukker en uiteindelijk ook grimmiger op en In het station. Rond 18.00 uur werd door de Spoorwegpolitie aan de UCK bericht dat overwogen werd het station af te sluiten. Dit is van belang omdat gesuggereerd is dat tot afsluiting werd overgegaan zonder enige voorafgaande waarschuwing aan de lokale autoriteiten. De aankondiging namens NS dat overwogen werd het station af te sluiten mag opgevat worden als een mededeling dat de toestroom/afvoer van reizigers voor NS onbeheersbaar dreigde te worden.

Vraag het aan Job Cohen hoe dit precies is gegaan.

Rond 19.00 uur kwamen signalen binnen dat NS.personeel in uniform werd bedreigd. Het personeel van de loketten in de centrale hal had zich teruggetrokken in de keuken of onder de balie en perron- en treinpersoneel werd geslagen en met stenen bekogeld.

Om ca 19.00 uur is het station daadwerkelijk gedeeltelijk afgesloten (gedeeltelijk de Oost-Middentunnel aan de voorzijde) De noordzijde is voortdurend open gebleven. Over de afsluiting heeft overleg plaatsgevonden tussen PAC en spoorwegpolitie. De UCK is geïnformeerd. De afsluiting is in verband met de te verwachten openbare orde en veiligheidsprikkelingen zolang mogelijk uitgesteld. Tot daadwerkelijke afsluiting is overgegaan omdat gevreesd werd voor slachtoffers in de oververhitte menigte in de beperkte ruimte. Rond 18.30 uur zijn mensen onwel geworden op verschillende perrons. Een alternatief voor afsluiting was niet aanwezig.Ook bij regiopolitie bestond geen twijfel over de juistheid van de beslissing(zie de evaluatie van de Driehoek van 7 mei 2001.  Tussen 19.00 en 22.00 uur raakte het station overvol. Een deel van het wachtend publiek is overgegaan tot vernielingen en bedreigingen van de inmiddels aanwezige ME. Deze heeft hierop charges uitgevoerd. 

f. Vertrek reizigers later op de avond

Vanaf 20.00 uur is geprobeerd om alternatief busvervoer te regelen. Dat lukte niet via Connexxion omdat zij geen materieel tot hun beschikking hadden. De 10 bussen van Connexxion die wel aanwezig waren zaten reeds vol met passagiers voor Noord-Holland.

 NS Reizigers heeft nog wel moeite gedaan elders bussen te krijgen. Uiteindelijk zijn er via een particuliere touroperator twee bussen besteld. Door het gemeentebestuur van Amsterdam is ervoor gezorgd dat het  GVB rond middernacht een twintigtal bussen ter beschikking heeft gesteld voor afvoer van reizigers. Het rijden van de treinen werd vroeg in de avond verder bemoeilijk omdat het personeel bang was door agressieve lieden onder het wachtend publiek mishandeld te worden. Na 21.00 uur kwam er meer schot in de zaak omdat de  Spoorwegpolitie angstig personeel naar de trein heeft begeleid. Vanaf 00.30 uur lijn er gefaseerd nieuwe groepen reizigers tot het station toegelaten. Tot ca 03.00 uur zijn reizigers afgevoerd met  treinen en bussen.

 Is dan niet allang de grens bereikt??

2.2. Voorbereiding

Het aantal bezoekers aan Amsterdam op Koninginnedag is aan wisseling onderhevig en dus ook het aantal reizigers van NS van en naar de hoofdstad. Problemen met aanvoer en noodremmisbruik hebben zich eerder voorgedaan. In 1991(ca 1 miljoen bezoekers aan Amsterdam, ca 300.000 treinreizigers) waren die problemen zo omvangrijk dar NS in samenwerking met het GVB een aangepast vervoersplan heeft gemaakt. De aanpak was tweeledig. NS voerde een actief ontmoedigingsbeleid naar haar klanten om door te reizen naar Amsterdam Centraal. Daartoe werd in een vroeg stadium al begonnen met de verkoop van speciale Koninginnedagretouren die recht gaven op een treinvervoer naar en van de randstations van Amsterdam (Muiderpoort, Sloterdijk, Amstel, Amsterdam-Zuid) en aansluitend lokaal openbaarvervoer naar het centrum. De treinen reden vervolgens bijna leeg door naar Amsterdam CS om een goede afvoer van reizigers mogelijk te maken. In de communicatie met de klant werd sterk aangedrongen op het overstappen op lokaal openbaarvervoer. Het GVB zorgde voor het noodzakelijk materieel om de reizigers verder te vervoeren. Het tweede deel van de aanpak was het voorhanden hebben van een noodscenario en de  beschikbaarheid van extra personeel en materieel voor het geval het noodscenario uitgevoerd zou moeten worden. Het noodscenario hield in dat treinen alleen op een vast traject rijden met een vaste bemensing en ‘keren”bij de randstations(zie hierboven.) Hier is extra personeel en materieel voor nodig. Deze aanpak heeft een aantal jaren goed gewerkt. Inzetten van het noodscenario was niet nodig. De aantallen bezoekers van Amsterdam liepen terug in de loop van de jaren negentig tot 450.000 a 500.000. Het aantal treinreizigers liep daarmee ook terug. Het rustige beeld rond het vervoer van reizigers op Koninginnedag in combinatie met afnemende aantallen reizigers heeft in NS doen besluiten in 1998 de aangepaste regeling voor Koninginnedag te verlaten.
De aangepaste dienstregeling is op enig moment verlaten omdat op zich klanten het liefst naar Amsterdam CS willen, Amsterdam CS meer treinen en stationscapaciteit heeft gekregen, het contact met GVB herzien moest worden, er een dalende tendens in reizigersaantallen optrad en dit plan extra materieel en personeel vraagt. Dit betekende dat er geen speciale retours met recht op lokaalvervoer meer  werden verkocht. Wel werd er een versterkte zaterdagdienstregeling gereden die er  het aanbod van passagiers zou moeten kunnen verwerken. De afgelopen jaren hebben zich daarbij geen bijzondere problemen voorgedaan. De gang  van zaken bij deze Koninginnedag werd door NSR en Railverkeersleiding achteraf steeds geëvalueerd. Dit gaf geen aanleiding tot wijzigingen.

B. Voorbereiding 2001

De voorbereiding van Koninginnedag 2001 heeft niet in opmerkelijke zin afgeweken van de voorbereiding van de laatste 2 á 3 jaar. Door medewerkers van het stafbureau Productie Services  is een plan van aanpak voor de treindienst ontwikkeld, redelijk analoog aan hel plan van de laatste jaren. Er zou gereden worden met een zogenaamd versterkte zaterdagregeling: verlengde treinen, 42 treinen per uur zowel ingaand als uitgaand, hetgeen neerkomt op een verwerkingscapaciteit van circa 30.000 reizigers per uur. Een exact beeld van het totaal aantal reizigers heeft NS niet omdat het reizigersaanbod op Koninginnedag een mix is van abonnement en dagkaarthouders en “vrij-rijders”. NS is uitgegaan van hetzelfde aanbod reizigers als voorgaande jaren.

Er was, evenals in andere jaren, vooraf geen risico-inventarisatie gemaakt en er waren geen bijzondere noodscenario’s voor deze dag voorhanden. Men kon terugvallen op de normale versperringsrichtlijnen.  
zie hier
.

Medewerkers van NS Reizigers hebben aan de voorbereidingswerkgroep van de gemeente laten weten dat de aanpak van NS gelijk zou zijn aan voorgaande jaren. Door een interne werkgroep Koninginnedag(NS reizigers en Spoorwegpolitie) is vervolgens het draaiboek Koninginnedag 2001 gemaakt. Het draaiboek is breed verspreid, maar aan de late kant. Aan het uitvoerend personeel os een informatiespecial uitgereikt in de reguliere voorbereiding is het niet gebruikelijk dat het draaiboek in het produktie Randstad Noord (Amsterdam CS regio, Amersfoort regio, en Alkmaar) besproken wordt.

Het is NOOIT verspreid zoals in vorige jaren, het lag zelfs niet ter inzage waar dan ook. Wel kon men in de kastjes een oranje gekleurd  velletje  papier vinden, waar eigenlijk niets maar dan ook niets op stond.

 

3       Analyse.

      Er is sprake geweest van een samenspel van factoren die het verloop van de dag bepaald hebben.

      Ze zijn gesplitst in hoofdfijnen en een aantaloverige factoren. De hoofdlijnen hebben een onderlinge samenhang.

3.1 Hoofdlijnen

a.  De onverwachte concentratie in aanvoer en frequent misbruik van de noodrem.

Het misbruik van de noodrem kende dit jaar een hoge frequentie, het gebeurde eerder op de dag en het gebeurde ook veelvuldig bij de afvoer. Daarbij komt dat er  een onverwachte en ook ongebruikelijke piek in de aanvoer van reizigers heeft plaatsgevonden vanaf ca. 10.00uur (aankomst Amsterdam) Deze combinatie van factoren is de kiem geweest voor het uit de hand lopen van de situatie.

 NEE…. Men heeft gewoon geen voorzorgsmaatregelen genomen. Dit is  nu juist  de houding van NSR anno 2001.

 

b.  De dienstregeling.

Het concept van de dienstregeling, een verzwaarde zaterdagregeling was kwetsbaar. Het is niet onbegrijpelijk dat in 1998 onder meer gelet op de gedaalde reizigersaantallen vanuit efficiency overwegingen gekozen werd voor het verlaten van het speciale Koninginnedagmodel (ontmoedigingsbeleid om per trein naar het centrum door te reizen) in combinatie met het achter de hand houden van een noodscenario. Maar het in 1998 gekozen model is nu toch te kwetsbaar gebleken. Dat wil niet zeggen dat het model logistiek niet klopte; er wordt mee bedoeld dat het model te kwetsbaar is voor cumulerende verstoringen. Concentratie van de aanvoer en daardoor overvolle treinen, onvoldoende snelle uitstroom van de perrons via de stationshal en voorplein het centrum in, het publiek dat daar nog bij komt door vanaf de pont over het IJ het station als transit te gebruiken, alcoholgebruik en veelvuldig misbruik van noodremmen zijn NS niet aan te rekenen. Het zijn wel omstandigheden die kennelijk in deze cumulatie onverwacht vóór kunnen komen en waarop afdoende wijze op ingespeeld moet worden.  Hoezo inspelen??

Het niet kunnen toepassen van het noodscenario zoals de hand is gehouden in de jaren 1992 tot en met 1997 heeft de mogelijkheden om het tij te keren verminderd. NS kon niet meer overschakelen op dit noodscenario omdat daar vooraf al met materieel en personeel op ingespeeld had moeten zijn. NSR heeft op grond van ervaringen van de afgelopen jaren niet overwogen dit noodscenario te plannen. Overigens zou het  voorbereiden daarvan problematisch zijn geweest vanwege de krappe personele en materiele capaciteit.

Is regeren niet vooruit zien. Of was 30 april  soms de GENERALE voor 10 juni??

c.  Crisisbesef en opschaling.   Zie ook hier.
Betrokkenen in het Plaatselijk Actiecentrum(waaronder ook de Spoorwegpolitie), de Railverkeersleiding en de telefonisch geïnformeerde directies van NSR en Railverkeersleiding hebben zich te laat gerealiseerd dat zich een crisis van deze maatschappelijke impact aan het ontwikkelen was. Dit wil niet zeggen dat de crisis had kunnen worden voorkomen als het besef eerder ingetreden was. Tijdig opschaling had de afhandeling  beter kunnen structureren en bij kunnen dragen aan een effectievere communicatie met de buitenwereld en het personeel. In zijn algemeenheid geldt dat ook het uitvoerend personeel een eigen signalerende rol heeft in dit soort situaties. Alertheid in de gehele organisatie om risicofactoren te signaleren en het management te betrekken is daarvoor noodzakelijk. Vervolgens moet het management op alle niveaus adequaat reageren op signalen en in potentiële crisissituaties liefst zo vroeg mogelijk hun posities innemen. 

 Waarom krijgt uitgerekend hier het uitvoerendpersoneel een terechtwijzing? En wil het management dan betrokken zijn? Of is dit alleen op 30 april het geval? Trouwens het management was niet of nauwelijks bereikbaar.

d. Organisatiewijziging NSR- Railverkeersleiding

Er heeft een belangrijke wijziging in de organisatie plaatsgevonden waarbij een scheiding ontstaan is tussen de functies en organisaties bijsturing materieel/personeel bij NSR. treindienstleiding en de verkeersleiding  bij RVL. De bijsturing materieel en personeel valt sinds 1-1-2001 onder verantwoordelijkheid van NSR, als voorbereiding op de geplande uitplaatsing van Railverkeersleiding per die datum. Sinds maart 2001 gebeurt de  bijsturing en personeel voor een groter gebied dan voorheen. Bovendien zitten de bijstuurders materieel en personeel vanaf die tijd niet meer in 1 ruimte met de verkeersleiders. Dit is een situatie die enige gewenning aan nieuwe werkwijze vraagt van alle partijen en knelpunten heeft veroorzaakt. Bovendien is het Libertel GSM-net in de middag vele uren onbruikbaar geweest.

Vooruit nog één keer dan: TELFORT!! En NSR is goed in het wijzigen van haar organisatie, dit doen ze doorgaans voor de helft zodat het nooit goed kan beginnen. Een sprekend voorbeeld is voor het personeel het overbekende telefoonnummer  21-4242.  (Ook dit werk niet) Dit is het telefoonnummer waar het personeel tijdens de rit zijn of haar storingen aan doorgeeft.

e. De kwetsbaarheid van het noodplan.

Het volledig stilleggen van het treinverkeer om ca 12.30 uur en het omschakelen op het noodplan was een verdedigbare keuze, hoe kwetsbaar die ook was. Het frequente misbruik van de noodrem heeft een voorname rol gespeeld bij de moeilijkheden die werden ondervonden om de treindienst weer op te starten. Maar het was ook zonder dat een hele toer geworden om in voldoende tempo materieel en personeel in de juiste hoeveelheden en combinaties beschikbaar te hebben om het toenemende huiswaarts kerende publiek zonder lange wachttijden af te voeren. Waar mogelijk vasthouden aan de oorspronkelijke dienstregeling bood echter evenmin soelaas en overschakelen op hel noodscenario uit de periode 1992 lot en met 1997 was op de dag niet meer mogelijk. Kortom er moest gekozen worden uit kwetsbare alternatieven. Er kan wel gezegd worden dat het  noodplan uiteindelijk gewerkt zou hebben als het geduld van de reizigers groot was geweest en er geen noodremtrekkingen en vernielingen hadden plaatsgevonden.

Waarom steeds de reizigers en wordt er niet eens goed naar de eigen organisatie gekeken? Laten we blij zijn dat het niet rond 14.00 uur is gaan regenen, dan had het al veel eerder uit de hand gelopen!

 

3.2       Analyse. overig

a.  Alternatief vervoer .

Door de burgemeester van Amsterdam is gevraagd waarom het in de namiddag aangeboden alternatief busvervoer werd afgeslagen. Achteraf bezien was deze afwijzing ten onrechte omdat uiteindelijk iedere hulp welkom was geweest. Maar het was geen afdoende oplossing geweest. Er moesten in de middag tien duizenden mensen per uur afgevoerd worden. Daarvoor zijn vele tientallen treinen nodig. Busvervoer is daarvoor geen afdoende alternatief. Voor iedere trein zijn twintig bussen nodig.
Weer zo’n klein inschattings foutje van ons zeer bekwaam management? Of is dit de dagelijkse houding van het management binnen NSR??

b. Het functioneren van het Plaatselijk Actiecentrum (PAC)

Binnen het PAC is goed samengewerkt ondanks dat de voorzitters  relatie onbekend waren met de lokale Amsterdamse situatie. De bereikbaarheid en de verbinding naar de Verkeersleiding was in orde. Wel is duidelijk dat het PAC zich teveel met operationele taken heeft moeten bezighouden, en daarmee onvoldoende recht heeft kunnen doen aan structureringen.

Moeten er niet in het PAC managers zitten die van alle, maar dan ook alle  facetten op de hoogte zijn?? Zaten zij niet hoog en droog, terwijl het personeel buiten de klappen opvingen? De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat er zich daar buiten levens bedreigende situaties hebben voorgedaan. Voor zowel het personeel als de reizigers. Maar op één of andere manier zijn hier de dames en heren managers nooit van op de hoogte, dit terwijl we toch zoveel communicatie middelen bezitten.

 

c. Communicatie met reizigers

De communicatie naar de reizigers heeft een  wisselend beeld te zien gegeven. In sommige treinen werd geen informatie verstrekt. Misschien was het ook niet altijd mogelijk voor het treinpersoneel om aan de juiste informatie te komen maar dan nog is het dringend noodzakelijk dat er contact via de intercom blijft. Bovendien bleek een foute perronplanning beschikbaar gesteld te zijn waardoor veel handmatige wijzigingen nodig waren en omroepen lastig werd.

Het  informatiebord in de centrale hal heeft meerdere keren gebreken vertoond waardoor reizigers onjuist geïnformeerd werden. De omroepinstallatie is bij toenemende rumoer kennelijk niet meer te verstaan of werd op een gegeven moment onvoldoende omgeroepen. Andere delen van de dag werd er frequent en verstaanbaar omgeroepen ook  al was de boodschap niet altijd vrolijk.

Dit bord draait het gehele jaar naar behoren, maar uitgerekend op 30 april 2001 heeft het ook een FEESTDAG.

d. Communicatie met personeel.

De communicatie naar het personeel vraagt aandacht. Personeel dat `s avonds nog in dienst moest komen toen de sfeer naar personeel inmiddels agressief was geworden had vooraf gebeld willen worden. Een terechte eis. Mensen zijn erg bang geweest en soms gemolesteerd omdat ze een NS uniform droegen. Ook vanuit het PAC had vaker het wachtende personeel geïnformeerd moeten worden over de stand van zaken. Het verkooppersoneel is eveneens onvoldoende over de ontwikkelingen geïnformeerd.

De communicatie is al van oudsher één richtingsverkeer. Daar komt zeker bij dat er heel veel aandacht gevraagd wordt omtrent de houding van het management.

e. Attitude reizigers.

Er werd erg veel misbruik van de noodrem plaats dit jaar Er werd eerder op de dag aan de noodrem getrokken dan gebruikelijk en soms een heleboel keer achter elkaar wat een enorme frustratie oplevert voor personeel en medereizigers. Het is, in combinatie met het verlaten van de trein door reizigers de ernstigste directe veroorzaker van de vertragingen en het mislukken van het noodplan geweest. Alle noodremmisbruik is niet nieuw op dit soort dagen. Het heeft de laatste jaren nooit hoeven leiden tot de beslissingen om het treinverkeer geheel stil te leggen. De overgrote meerderheid van de klanten was gelukkig goedwillend van aard en hun geduld is zwaar op de proef gesteld. 
Is er dan een noodplan geweest??

f. Attitude uitvoerend personeel.

De inzet is over het algemeen uitstekend geweest. De mensen hebben vaak onder benarde omstandigheden hun werk moeten doen en hopen dit niet meer mee te maken. Bij sommige stond tijdens het interview voor dit onderzoek de schrik nog in de ogen.`s Avonds is de sfeer in Amsterdam tijdelijk slechter geweest maar dat was begrijpelijk omdat mensen bang begonnen te worden en de omstandigheden te exorbitant begonnen te vinden. Lof voor degenen die ook toen gewoon doorgegaan lijn, de één kan dat overigens makkelijker aan dan de ander. En sommigen die dachten het aan te kunnen hebben de schrik van hun leven gehad. Ook loketpersoneel heeft flink in de verdediging gezeten en het met weinig informatie moeten doen. Zij hebben zich verschanst omdat ze bang waren voor relschoppers.

Waarom is er maar zo’n klein percentage van het op die dag aanwezige personeel geïnterviewd? Hebben zij dan geen recht om gehoord te worden?

 

g. Nazorg.

De nazorg is overwegend goed geweest. Ongetwijfeld moet voor een aantal personeelsleden de nazorg afhankelijk van de individuele omstandigheden nog worden voortgezet. Ieder manager weet dat voor zich het beste. Ook collega’s onderling hebben hierin een zorgtaak en kunnen hun managers attenderen op mensen die extra zorg behoeven. Maar diegenen die in het onderzoek hun verhaal kwijt konden waren doorgaans tevreden over de opvang die zij op de dag zelf of kort nadien hebben gekregen.

Hoezo het beste. Sommige hebben zich zelfs nog nooit aan het personeel voorgesteld, zie daar een probleempje. Pas na 10 dagen is er, op aandringen van het interne overleg, een lullig briefje gekomen van de verantwoordelijke managers.
De nazorg is in sommige gevallen afgedwongen door de collega’s bij het management. En wat weten zij nu het beste?? En waar ligt dit fantastische rapport ter inzage………… bij de Pm’s. (Proces managers) Waarom niet gewoon bij een ieder in het kastje.  

h. Capaciteit van de Spoorwegpolitie.

De Spoorwegpolitie is overdag met 15 man in dienst geweest.’s Avonds 10 man. Dat is te weinig. Een zelfde noodkreet kwam uit Amersfoort waar een fractie van de bezetting in Amsterdam aanwezig was. Voor de openbare orde handhaving in een station op dit soort dagen is voldoende politie nodig. De Spoorwegpolitie kampt met capaciteitsproblemen.

 

4       Conclusies

4.1 Algemene conclusie

Bij het trekken van de conclusies is het belangrijk oorzaak en gevolg te onderscheiden. De oorzaak van de verstoringen betreft de op Koninginnedag opgetreden wanordelijkheden waartegen vrijwel geen enkele dienstregeling en organisatie voldoende bestand is. Er was overigens gelet op de ervaringen van de afgelopen jaren geen reden om er vanuit te gaan dat wanordelijkheden op zodanige schaal zouden plaatsvinden. Toekomstige (aangepaste) dienstregelingen met aanvullende maatregelen zijn onder zulke omstandigheden kritisch en garanties voor het goed laten lopen van deze massavervoeren zijn vooralsnog niet te geven.

Overleg met en medewerking van gemeenten waarin grootschalige evenementen worden georganiseerd is zonder meer noodzakelijk gebleken. Het zoeken naar oplossingen bij het vervoer van zulke  grote concentraties aan mensen zal dan ook verder moeten reiken dan met de bestaande respectievelijk bekende modellen mogelijk is. Uiteraard is op Koninginnedag ten aanzien van de bijsturing een aantal zaken op te merken die beter hadden kunnen verlopen. Maar dat had aan de essentie van de problemen die zijn opgetreden niets wezenlijks kunnen veranderen.

 

Heeft dit ook niet met het soort organisatie te maken??

4.2 Aanvullende conclusies.

1. De keuze voor een versterkte zaterdagregeling op Koninginnedag was gelet op de ervaringen van de laatste jaren  begrijpelijk, in 2000 is alles naar wens verlopen, maar natuurlijk was gelet op de toename in de afgelopen jaren ook  niet zonder risico.

2. De (piek) belasting op Koninginnedag in het reizigersvervoer per trein naar Amsterdam tezamen met talrijke belemmeringen van het treinverkeer (noodremtrekkingen, vandalisme ect. )  vormde de aanleiding tot het stilleggen van het treinverkeer rond het middaguur.

Het geplande dienstregelingsmodel om alle reizigers naar Amsterdam CS te vervoeren bleek onder die omstandigheden te kwetsbaar

3. De beslissing om de  treindienst op en rond station Amsterdam CS stil  te leggen tussen ca. 12.00 en 14.00 uur is gelet op de veiligheid in het station Amsterdam CS en op de toeleidende sporen juist geweest.

Is NSR niet kwalijk te nemen….Tenslotte echt ervaring met dit soort situaties heeft men niet.

4. De beslissing om met het beschikbare personeel en materieel op en rond het station Amsterdam CS een nieuwe treindienst te  formeren en te pendelen naar omliggende knooppunten is juist geweest.
Alleen de informatie naar Job Cohen niet.

5. Door een combinatie van factoren is de treindienst na 14 00 uur op enkele treinen na niet meer opgestart. Het formeren van een nieuwe treindienst kwam onder andere door communicatieproblemen (overbelasting telefonisch netwerk), voorbereidingstijd voor de nieuwe planning, ontbreken van personeel dat het station Amsterdam CS niet kon bereiken, noodremtrekkingen,vandalisme, en vernielingen van treinen en bedreiging van personeel niet of nauwelijks op gang.

Omdat de crisis zich langzaam ontwikkelde en het management er van overtuigd was dat de treindienst beperkte vorm zou worden opgestart, heeft het lang geduurd voordat de klanten en bestuurlijke instanties is gemeld dat de situatie niet meer beheersbaar was.

Zie hier, er is een management met overtuiging.

Het PAC wilde het tot het laatst zelf in de hand houden. Ook hier spreekt de houding van het management, dus van NSR boekdelen!!          Dus ook wat het personeel betreft mag de buitenwacht weten hoe arrogant het management van NSR is.   

6.        De informatie aan de klanten zowel in de treinen als op het station Amsterdam CS en omliggende stations is onvoldoende geweest.

Dit is altijd al het geval.  Niets nieuws onder de zon. Als de leidinggevende alleen maar zichzelf  zich zijn, vergeet men al gauw hoe je een  bedrijf moet runnen.              

 

7.        Het PAC heeft zich teveel met operationele zaken moeten bezighouden. De leden van het PAC waren nog niet geheel vertrouwd met  de lokale Amsterdamse situatie.

Door de ondeskundigheid van de div. Pm’s zittende in het PAC op 30 april 2001 zijn er fouten gemaakt, die normalerwijs voorkomen hadden kunnen worden.

Wat waren dan die operationele zaken??

Bijlage

Aanbevelingen

Organisatie

De functie van het Plaatselijk Actiecentrum van NSR is niet duidelijk ten opzichte van de Railverkeersleiding of de Crisisstaf Rail in de praktijk uitgevoerd. Het is niet gewenst dat een voorzitter van een PAC tussentijds zijn centrum voor langere tijd moet verlaten om elders te overleggen. Een verbeterde structuur moet samen met Railverkeersleiding worden opgezet.  Ook NS Stations moet in het PAC vertegenwoordigd zijn.

Het PAC heeft in de huidige constructie zowel een beleids -als een operationele uitvoerende functie.  Deze functies moeten duidelijker ten opzichte van elkaar gepositioneerd en beschreven zijn. Deze  aanbeveling moet in samenhang met de eerste aanbeveling uitgevoerd worden.

De taakverdeling en procedures moeten in het  plan van aanpak of een draaiboek PAC beter beschreven  worden, zodanig dat de leden van het  PAC vooraf weten wat hun te doen staat. Een aantal liaisonfuncties moeten helder toegedeeld zijn: naar het verkooppersoneel, naar het rijdend personeel, naar de perrondienstleiding, naar de combifunctionarissen of treinsurveillanten etc.  Sleutelfunctionarissen in het PAC moeten hun eigen telefoonlijn hebben en het nummer moet gecommuniceerd lijn via het draaiboek..

Voorzitters van een PAC dienen getraind te zijn op het gebied van crisismanagement in combinatie met produktie- en lokale kennis.

In de toekomst zal bij voorbaat de integrale organisatie verdergaand moeten worden opgeschaald, waarbij ook externe diensten verzocht zullen worden een permanent onderdeel te vormen van de Amsterdamse opgeschaalde organisatie.

Dus NIET!!

  Dienstregeling.

 Het concept voor het reizigersvervoer dat vanaf 1992 -na ernstige verstoringen in 1991- een aantal jaren  goed heeft gewerkt zou ook nu weer toegepast kunnen gaan worden omdat het veel minder gevoelig is voor verstoringen van de dienstregeling en het voorziet in transport van reizigers met lokaal openbaar vervoer naar de randstations. De bijbehorende versterkte personeels en materieelplanning hoort  daar bij.

Indien het misbruik van de noodrem de huidige omvang blijft houden of toeneemt zou overwogen kunnen worden om vanuit knooppuntstations een metroachtige verbinding te onderhouden met uitgeschakelde noodrem onder nader te bepalen condities.

  Wellicht moet het  Ministerie van Verkeer en Waterstaat beoordelen of de huidige stringente regeling wel nog voldoet voor dit soort dagen.

 

Communicatie.

Het personeel moet tijdens dit soort dagen periodiek van informatie worden voorzien. Juist tijdens een crisis dient die informatievoorziening gecontinueerd te worden zoals ook de afspraak is.  
Dit is nooit geweest
. De informatie krijgen de personeelsleden meestal van de reizigers zelf.

 Het personeel wil wel, maar krijgt GEEN info. Ook dit is nooit anders geweest.

Voorbereiding

 

De follow up

  1. De directievergadering NS Reizigers spreekt zich uit over de aanbevelingen en geeft via de directievoorzitter NS Reizigers aan de produktiedirecteur van regio Randstad Noord opdracht tot uitwerking en implementatie van de aanbevelingen.
    Bij de aansturing van de implementatie wordt een structuur  gekozen waarin de inbreng van de lokale medezeggenschap betrokken is.

  2. Over de uitvoering van het programma wordt periodiek gerapporteerd  aan directie NSR.

  3. In verband met de beperkte tijd die voor dit onderzoek beschikbaar was, is niet iedereen gehoord die daarvoor in aanmerking kwam.

Bij de follow up  wordt op korte termijn geïnventariseerd wie nog gehoord moeten/willen worden.

Dit rapport hangt in elkaar  van een hele hoop maren en mitsen.
Binnen NSR vallen de monden open van terechte verbazing.
Het is trouwens verbazingwekkend dat als NSR zelf faalt, ook zelf een rapportage over dit falen maakt.
Er is reden genoeg om deze zelfingenomen vorm van rapportage aan een nader onderzoek bloot te stellen.
Er zal om die reden dan ook vanuit het personeel door een onafhankelijke onderzoeker verzocht worden het dilemma van 30 april 2001 nu eens serieus te onderzoeken.
Waarom heeft de Pdm niet gereageerd op de smeekbeden van collega’s  apm’s om de treindienst op te  starten, of om het station onder zachte dwang  leeg te maken. Zodat je de treindienst weer op kan starten met een gedoceerde toestroom van reizigers?

Een blik in de toekomst is na deze heugelijke dag wel gewenst; op 02 februari 2002 gaan trouwen de kroonprins en zijn Maxima. Gezien vanuit het personeel NU al een dag om echt naar uit te kijken. Als NSR dit soort grote projecten niet blijkt aan te kunnen, de VEILIGHEID van zijn eigen personeel niet kan garanderen maar ook die van zijn reizigers niet moet de overheid dit misschien maar gaan managen. Maar gezien de dagelijkse hoeveelheid reizigers die door NSR  trachten te worden vervoerd is NU AL ingrijpen van de overheid wel aan de orde.